Skip to main content
Log in

Jurisprudentieoverzicht 2002 in het kader van de Wet tarieven gezondheidszorg

  • Artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

J.G. Sijmons is advocaat bij Nysingh Dijkstra de Graaff advocaten & notarissen te Zwolle.

Samenvatting

In 2002 zijn een twintigtal uitspraken van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) over de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG) gevallen. Daarnaast zijn uitspraken gedaan door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, diverse rechtbanken (sector Bestuursrecht), het College voor Zorgverzekeringen en de Commissie voor de Rechtspraak Zorgverzekeringen. De Hoge Raad heeft een enkel arrest gewezen in strafrechtelijke sfeer dat zijdelings de WTG raakt. Het zijn vooral algemene leerstukken die in dit overzicht met name een rol spelen: het gelijkheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel bij sancties, de budgetsystematiek, afwijking van de beleidsregel e.d. Ook dit jaar slagen maar weinig van de tegen het bevoegd gezag aangespannen procedures. Niettemin leveren zij een aantal interessante uitspraken op. Van de belangrijkste aspecten volgt hieronder volgens de gebruikelijke opzet een overzicht.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. Zie voor het laatste overzicht TvGR 2002, nr. 3, p. 163-174.

  2. Zo is bij uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak de uitspraak van de Rechtbank Utrecht 25 september 2001, SBR01/982 en SBR01/1224, LJN-nr. AD4904, genoemd in het jurisprudentieoverzicht TvGR 2002, nr. 3, p. 172-173 onder 12 (inkomensherijking), van de overwegingen van de president in eerste aanleg.

  3. HR 4 juni 2002, NJ 2002, 415. In het gecasseerde arrest was bij de bewezenverklaring (overtreding art. 17d oud WTG) de grondslag van de tenlastelegging verlaten.

  4. De algemene overweging van het CBB zal zijn ingegeven door de omstandigheid dat er onzekerheid heerst over de vraag in hoeverre onherroepelijke tariefbeschikkingen doorwerken naar een volgende periode. Zie G.R.J. de Groot, Tarieven in de gezondheidszorg, Deventer 1998, p. 219. De algemene overweging van het CBB neemt niet alle onzekerheid over dit onderwerp weg. Wat bijvoorbeeld te denken van niet een individuele kostenpost in het tarief, maar een algemener principe verwerkt in de beleidsregel, of een structuurelement van een beleidsregel, die als zodanig ongewijzigd in een latere periode wordt toegepast?

  5. Aldus J.J.M. Linders in RZA 2002, p. 326.

  6. Volgens vaste jurisprudentie van het CBB. Zie ook J.J.M. Linders in zijn noot bij deze uitspraak, RZA 2002, p. 328-329. Voor de rol van de representatieve organisaties zie ook de uitspraken van CBB 16 april 2002, hier onder 7 en 22 oktober 2002, hierna onder 12.

  7. Zie ook art. 4:84 Awb.

  8. Zie ook G.R.J. de Groot, Tarieven in de gezondheidszorg, Deventer 1998, p. 53-54 en G.C.J.M. Hamilton-van Hest, Juist geprijsd? Jurisprudentie-overzicht Wet Tarieven Gezondheidszorg 1992-1998, Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum 1999, p. 193.

  9. Zie TvGR 2002, nr. 3, p. 170. De beleidsregel is inmiddels vervangen.

  10. Zie TvGR 2002, nr. 3, p. 168 en de verwijzing aldaar in voetnoot 9.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Sijmons, J.G. Jurisprudentieoverzicht 2002 in het kader van de Wet tarieven gezondheidszorg. TGVR 27, 236–244 (2003). https://doi.org/10.1007/BF03055953

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055953

Navigation