Skip to main content
Log in

Vraaggestuurde zorg als plicht vanuit voorzieningenperspectief (Wvg)?

  • Artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Samenvatting

Bestaat er in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) een plicht voor het bestuursorgaan om de zorg vraag gestuurd te organiseren? En als dat zo is, biedt de Wvg in de huidige constructie daartoe dan de mogelijkheid?

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. Zoals de toenmalige staatssecretaris Ter Veld stelde, Handelingen II 1992/93, TK 68-4928.

  2. Tussenbalans 1991, Kamerstukken II 1990/91, 21 998, nr. 2 d.d. 19 februari 1991.

  3. De doelen die de regering voor ogen had, zijn te vinden in een brief van het kabinet aan de Tweede Kamer van 6 mei 1991, Kamerstukken II 1990/91, 22 089, nr. 1.

  4. “De perken te buiten. Meerjarenprogramma intersectoraal gehandicaptenbeleid 1995-1998”, Kamerstukken II 1995/96, 24 170.

  5. Ten behoeve van het eerste uitgangspunt werd een onderzoek gestart naar de (ongelijke) behandeling van gehandicapten. Naar aanleiding van de motie Kalsbeek/Krajenbrink (Kamerstukken II 1992/93, 22 014, nr. 39) om te onderzoeken welke vormen van discriminatie van gehandicapten voorkomen, startte het kabinet een onderzoek (zie: Herziening 1993 Aandachtspuntenprogramma gehandicaptenbeleid, Kamerstukken II 1992/93, 14 406, nr. 153.). De eerste twee fasen van dat onderzoek resulteerde in: M. Gras e.a., Een schijn van kans; twee empirische onderzoekingen naar discriminatie op grond van handicap en etnische afkomst, Arnhem: Gouda Quint 1996. Dit resulteerde uiteindelijk in het rapport van A.C. Hendriks, Gehandicapt[en]recht, Den Haag: Sdu 1996.

  6. Met het derde uitgangspunt wordt beoogd beleid te ontwikkelen om duidelijker zicht te krijgen op die categorieën gehandicapten die tussen wal en schip dreigen te raken en die het zonder externe hulp, ondersteuning of voorziening niet redden. Dit zicht zou vervolgens vertaald moeten worden in een aangescherpt indicatie- en toelatingsbeleid bij de toekenning van voorzieningen zodat alleen de doelgroepen waarvoor de onderscheiden regelingen zijn bedoeld, daarvan gebruik maken.

  7. Kamerstukken II 1992/93, 22 815, nr. 3.

  8. Amendement Brouwer c.s. Kamerstukken II 1992/93, 22 815, nr. 24.

  9. Nadere memorie van antwoord van de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aan de Eerste Kamer, 8 september 1993; Kamerstukken I 1992/93, 22 815, nr. 274f.

  10. Brief d.d. 19 juli 2002, B&GA/IW/02/53285.

  11. Kamerstukken II 2002/03, 28 600 XVI, nr. 2 p. 99. Zie ook: Zorgnota 2001, Kamerstukken II 2000/01, 24 170, nr. 1-2.

  12. Zie verder: M.F. Vermaat, “Zelfstandigheid in de Wet voorzieningen gehandicapten”, Sociaal Recht 2000-10, 274-278. en M.F. Vermaat, “Zelfstandigheid. Beperkingen in de Wvg”, Versie 2000, nr. 4 p. 39-45.

  13. Declaration on the Rights of Disabled Persons, United Nations, General Assembly, Thirtieth Session 2433rd plenary meeting, 9 December 1975.

  14. Res. 3447/XXX, 9 december 1975. In 1971 was daar al de resolutie met betrekking tot mensen met een verstandelijke handicap aan vooraf gegaan. Declaration on the rights of mentally retarded persons. Res. 2856/XVI. 20 december 1971.

  15. StRE, Inleiding onder punt 10.

  16. In de Nederlandse vertaling wordt voor de term “should take action” de vertaling “dienen maatregelen te treffen” gebruikt. Dit geeft de suggestie van een dwingende opdracht, doch moet worden gezien als een dringend advies.

  17. Kamerstukken II 2000/01, 24 170, nr. 60, p. 2 en p. 7.

  18. De Engelse tekst luidt: “for measures to achieve the objectives of full participation and equality for persons with disabilities”. In het vervolg van dit stuk zal ik gebruik maken van de door het ministerie van Buitenlandse Zaken gemaakte vertaling van de StRE.

  19. Aangenomen op 9 april 1992 op de 474e bijeenkomst van het Comité (www.social.coe.int). Opvallend is de gedetailleerdheid van de richtlijn. Zo moet aan ernstig gehandicapten twee rolstoelen (een voor binnen en een voor buiten) worden verstrekt. Wat een ernstig gehandicapte is, wordt niet nader gedefinieerd maar naar ik veronderstel is dat iemand die zich zonder rolstoel niet kan verplaatsen.

  20. De CRvB heeft daar ook geen moeite mee. CRvB 18 augustus 1998, USZ 1998/263.

  21. In 2001 functioneerde in 71% van de 504 gemeenten een systeem van collectief vervoer. Kerncijfers Wvg SGBO Den Haag 2002. Het collectief vervoer functioneert globaal gesproken van 7.00 tot 24.00 waarbij men zich tevoren moet aanmelden. De tevredenheid over dit systeem is wisselend. Voor bovenregionaal vervoer is TraXX in het leven geroepen. TraXX, een vorm van ketenmanagement dat met gebruikmaking van het collectief vervoer, het OV en taxivervoer gehandicaptenvervoer aanbiedt, valt niet onder de Wvg.

  22. Vz. CRvB 11 april 1995, RSV 1995/282.

  23. O.a. CRvB 17 september 1996, JSV 1996/289.

  24. O.a. CRvB 5 november 1996, JSV 1997/94. Dit geldt niet alleen voor ver weg wonende familieleden maar ook voor andere bovenregionale contacten CRvB 30 december 1998, JSV 1999/90.

  25. CRvB 12 maart 2002, USZ 2002/119.

  26. Vaste jurisprudentie, o.a. CRvB 21 januari 1997, JSV 1997, 128, USZ 1997, 53 en opnieuw in CRvB 12 maart 2002, USZ 2002/119.

  27. Zie Protocol.

  28. Inmiddels staat deze variant bekend als het CVV (collectief vraagafhankelijk vervoer).

  29. In 1999 gaf 8% van de gemeente aan geen collectief vervoersysteem op te willen zetten. Een verstrekkende wet 3, p. 353.

  30. Sommige gemeenten hanteren daarbij een staffelsysteem (Amsterdam).

  31. Een verstrekkende wet 3 107. Er zijn overigens meer collectief vervoervarianten mogelijk dan hier genoemd.

  32. In 2001 in 26% van de gemeenten. Kerncijfers Wvg 2001.

  33. In 2001 in 71% van de gemeenten. Kerncijfers Wvg 2001.

  34. CRvB 12 maart 2002, JSV 2002/123. De geboden forfaitaire vergoeding waren goed voor 550 taxikilometers, 680 rolstoeltaxikilometers en circa 1000 kilometer in een particuliere auto.

  35. Brief van 26 maart 2002 van de Minister van SZW (B&GA/IW/02/23092-1); zie Staatscourant 27 maart 2002, p. 4.

  36. Protocol punt 7.

  37. Een praktijk die overeenkomt met de doelstelling zoals die al tijdens de parlementaire behandeling door de regering over het voetlicht was gebracht nota n.a.v. eindverslag 13 maart 1993.

  38. Het SGBO oppert op grond van de cijfers over 2001 dat het primaat van de verhuizing mogelijk minder stringent wordt toegepast. Kerncijfers Wvg 2001.

  39. Zie voor een overzicht: W.G.M. van der Kraan, Vraaggericht en vraaggestuurd Een literatuuronderzoek naar vraaggerichtheid en vraagsturing in de gezondheidszorg, ZonMw Rotterdam 2001. Ook: H. Garretsen, “De uiteenlopende definities en dimensies van vraagsturing”, in hmf juni 2002, p. 22-25; “Vraagsturing, de cliënt aan het roer in de sociale zekerheid en zorg”, Special van het Tijdschrift voor Arbeid en Participatie 2002, nummer 3/4.

  40. Meerjarenbeleidsplan 2002-2005, participatie als motivatie. Utrecht CG-Raad, 2002.

  41. Vraagsturing in de Wvg en het dienstverleningsstelsel. Uitgangspunten, vormgeving en consequenties, Den Haag: SGBO 2001.

  42. Zie mijn artikel over zelfstandigheid in de Wvg. Vermaat, Sociaal Recht 2000/10, p. 274-278.

  43. Vraagsturing in de Wvg, SGBO.

  44. Met het aantreden van het kabinet Balkenende in 2002 is de Wvg overgeheveld naar het ministerie van VWS.

  45. Brief d.d. 19 juli 2002, B&GA/IW/02/53285.

  46. Protocol p. 10. De nadruk lijkt meer op de formele gelijkheid (gelijkheid in behandeling), en niet zozeer op de materiele gelijkheid (gelijkheid in uitkomst) te liggen. Dit is opmerkelijk omdat het Protocol juist meer die materiele gelijkheid in het oog houdt, getuige de doelstelling dat de voor de cliënt “(…) een gelijke of zo goed mogelijke vergelijkbare positie moet worden gecreëerd als een persoon zonder beperkingen heeft.

  47. Zie: W.J.A. van den Heuvel, “Revalidatie en participatie”, in: H. Kops (red.), Nieuwe mogelijkheden in revalidatie en handicap II. De mogelijkheden benutten, p. 5-20; A. Sen, Development as Freedom, Oxford: Oxford University Press 1999. Sen won in 1998 de Nobelprijs voor de economie.

  48. Statistisch Jaarboek 2000, Individuen met inkomen en gemiddeld inkomen naar enige kenmerken. 1998, p. 222.

  49. Dit wordt ook door de regering erkend, zie onder meer: Kamerstukken I 2002/03, 28 169, nr. 48a, p. 14.

  50. Protocol p. 5. Blijkens een persbericht van de Woonbond is er een kamermeerderheid om bij gedwongen verhuizingen (dus niet in het kader van de Wvg) een vergoeding van minimaal € 5.000 uit te keren. www.woonbond.nl 17 december 2002, U02.784.

  51. Zie over dit onderwerp onder meer: “Disability rights”, in: A. Silvers, Encyclopaedie of aplied ethics, San Francisco State University USA.

  52. Vergelijk de doelstelling van de Wvg zoals verwoord in het Protocol.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

M.F. Vermaat is jurist bij Stichting De Ombudsman te Hilversum en advocaat bij Van der Woude De Graaf Advokaten te Amsterdam.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Vermaat, M.F. Vraaggestuurde zorg als plicht vanuit voorzieningenperspectief (Wvg)?. TGVR 27, 47 (2003). https://doi.org/10.1007/BF03055920

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055920

Navigation