Skip to main content
Log in

Juridische aspecten van hepatitis B in zorginstellingen

  • Artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor Gezondheidsrecht

Samenvatting

Twee jaar geleden werd in de media breed uitgemeten dat een chirurg uit het Sint Joseph Ziekenhuis te Veghel een belangrijke bron van besmetting van het hepatitis B virus (HBV) was gebleken. Nader onderzoek bracht aan het licht dat hij 8 patiënten met zekerheid had besmet en dat 2 patiënten waarschijnlijk en 18 patiënten mogelijk door hem het virus hadden opgelopen. Ook de partner van één van de patiënten raakte besmet en overleed als gevolg daarvan.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. H.L. Zaaijer, “Besmettingen met hepatitis-B-virus door een chirurg”, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde1999–47, p. 2348–2350.

  2. “Aantal chirurgen zal baan verliezen”,DeVolkskrant 23 oktober 1999.

    Volgens Coutinho zou als gevolg van de vaccinatieplicht tussen de tien en twintig specialisten hun beroep niet meer kunnen uitoefenen, omdat zij reeds drager zijn van het virus en dragers niet kunnen worden gevaccineerd.

  3. Zie noot 3. Naar alle waarschijnlijkheid was hij drager toen hij in 1985 werd gevaccineerd tegen HBV.

  4. Uit recent onderzoek is gebleken dat van het medisch personeel met een indicatie voor vaccinatie, in ziekenhuizen, revalidatiecentra en centra voor verslavingszorg ruim 70% daadwerkelijk is gevaccineerd, in verpleeghuizen en psychiatrische klinieken 25–35%, Werkgroep hepatitis B vaccinatie in Instellingen voor de Gezondheidszorg, “Te weinig mensen in de zorg gevaccineerd tegen hepatitis B”, infectieziektenbulletin 2001, 2.

  5. Door toepassing van een ondeugdelijk ontsmettingsmiddel liepen tussen de2500 en 5000 patiënten die in 2000 een kijkoperatie ondergingen, risico op besmetting met hepatitis B.

  6. Er zijn inmiddels zes hepatitisvirussen geïdentificeerd: A, B, C, d, E en G.

  7. De kans op besmetting na een prikaccident met een besmette naald wordt geschat op 7–30%, LCI, Protocollen Infectieziekten, Hepatitis B, p. 3.

  8. Gezondheidsraad, Commissie hepatitis B, Bescherming tegen hepatitis B, publicatienummer 1996/15, Rijswijk p. 19.

  9. HBV is bij bloedcontact 100 maal zo besmettelijk als HIV. Ten aanzien van HCV zijn overigens nog niet alle besmettingsroutes bekend.

  10. I. Veldhuijzen en M. van de Laar, Hepatitis B bron-onderzoek: stand van zaken, Infectieziektenbulletin 2000, p.232–233; Gezondheidsraad, Algemene vaccinatie tegen hepatitis B, gezondheidsraad, publicatie nr. 2001/03, Den Haag p. 23.

  11. Zaaijer (noot 2).

  12. In gelijke zin J.K.M. Gevers, Gezichtspunt, “Een wettelijke inentingsverplichting voor hulpverleners?”,Tijdschrift voor gezondheidsrecht 1999–8, p. 485.

  13. In de periode 1989–1998 werden jaarlijks gemiddeld 250 gevallen aangegeven,

    L.M. Wijgergangs, E. Talsma en J.K van Wijngaarden, “Trends in aangifte van infectieziekten in Nederland in de periode 1989–1998”,Infectieziektenbulletin 2000, p. 77–83.

    Het aantal is opvallend constant. Vergelijking met 1999 is niet mogelijk, omdat het voordien alleen acute gevallen betrof en geen dragers.

  14. Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding, infectieziektenwet, Artikel 7 Meldingen instelling, LCI, maart 1999.

  15. Aanhangsel Handelingen nr. 242, Kamerstukken II, vergaderjaar 2000–2001.

  16. Minister Borst denkt hier blijkbaar anders over; volgens haar mag bij nieuwe werknemers die vaccinatie weigeren worden besloten tot het niet in dienst nemen. Op grond waarvan zij dat vindt wordt niet helemaal duidelijk, maar vermoedelijk ziet zij de grondslag daarvoor in de Kwaliteitswet zorginstellingen.

  17. Met “overreden” doel ik op het onderscheid dat de gezondheidsraad: Commissie Ethische en juridische aspecten van TBC-bestrijding, dwang en drang in de tuberculosebestrijding, Den Haag, 1996/07, p. 41 e.v. Maakt tussen dwang, drang en overreding. Overreden is het aandringen op gewenst gedrag, zonder iemand de keuzemogelijkheid te ontnemen. Een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de betrokkene, zonder dat zijn zelfbeschikkingsrecht wordt aangetast.

  18. Vaccinatie hepatitis B, circulaire met kenmerk2000–03–IGZ, (Inspectie voor de gezondheidszorg), Den Haag: maart2000.

  19. De specifieke vragen die voortvloeien uit het feit dat een deel van de specialisten niet op arbeidsovereenkomst, maar op toelatingscontract werkzaam is, laat ik rusten. In de model-toelatingsovereenkomst, vastgesteld door de NVZ en de Orde van Medisch Specialisten, is opgenomen dat de medisch specialist meewerkt aan de in het ziekenhuis gebruikelijke (periodieke) medische keuringen en controles (art. 12). Deze bepaling kan nader worden uitgewerkt in een document Medische Staf.

  20. Beleidsregel 4.87, Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving,Staatscourant 1999, nr. 139.

  21. De KNMG beveelt artsen, met name in snijdende vakken, aan zich te laten vaccineren tegen hepatitis B, Standpunt KNMG inzake vaccinatie van artsen tegen hepatitis B,

    Bijlage bij Medisch Contact 2000, 5.

  22. Een en ander zou mijns inziens reeds kunnen worden afgeleid uit de algemene, in art. 7:611 BW vastgelegde plicht van de instelling om zich te gedragen als een goed werkgever.

  23. Op grond van art. 1 lid 2 onder b Arbeidsomstandighedenwet 1998 worden onder werknemers ook leerlingen en stagiaires begrepen.

  24. De beleidsregel somt (niet limitatief) een aantal van deze groepen werknemers op, waaronder artsen, verpleegkundigen en paramedici die met bloed of met bloed verontreinigd patiëntenmateriaal in contact komen.

  25. Beleidsregel 4.91, Vaccinatie tegen hepatitis B,Staatscourant 1999, nr. 139.

  26. De hepatitis B vaccinatie omvat tenminste drie doses en een na-controle, zodat de kosten al snel oplopen tot meer dan f 200,–; in bepaalde gevallen moet de procedure worden herhaald.

  27. R.C.M. Roelands, “Ziekenhuismedewerkers verplicht gevaccineerd tegen hepatitis B”, Medisch Contact 1999, 27/28, p.1003–1005.

  28. Aanhangsel Handelingen nr. 242, Kamerstukken II, vergaderjaar 2000–2001.

  29. Zie noot 18.

  30. Een uitvoerige bespreking van dit punt gaat het bestek van dit artikel te buiten. In de literatuur lopen de standpunten uiteen. Sommige auteurs zijn van oordeel dat, gelet op de functie van grondrechten, het onderscheid tussen horizontale en verticale werking achterhaald is

    (bijvoorbeeld M.B.W. Biesheuvel, Burgerlijk recht en grondrechten, preadvies Vereniging voor Burgerlijk Recht, Lelystad:1986)

    , anderen houden aan het onderscheid vast, zij het met de nodige nuanceringen waar het betreft de doorwerking in horizontale verhoudingen

    (bijvoorbeeld L.F.M. Verhey, Horizontale werking van grondrechten, in het bijzonder van het recht op privacy, W.E.J. TjeenkWillink, Zwolle: 1992).

  31. Een praktische overweging is nog dat door gelijkschakeling wordt voorkomen dat academische ziekenhuizen (die immers overheidsinstellingen zijn) in een uitzonderingspositie komen te verkeren.

  32. Daar komt bij dat eigen schuld door de Hoge Raad slechts in uitzonderingsgevallen wordt aangenomen. Bovendien moet de schade “in belangrijke mate” voortvloeien uit opzet of bewuste roekeloosheid en heeft de werkgever de bewijslast.

    Zie L. Bier, “Veranderingen in de werkgeversaansprakelijkheid?” Verkeersrecht1998–1, p. 1–4.

  33. Gedacht kan worden aan de aard en de kwaliteit van de voorlichting, het periodiek herhalen van het aanbod, het controleren van de reactie op de vaccinatie, enzovoorts.

  34. J.C.J. Dute, De wetgeving ter bestrijding van infectieziekten, Nijmegen: Ars Aequi Libri 1994.

  35. Hierop is vanuit de Tweede Kamer aangedrongen via een motie van mw. Arib c.s., 26801 nr. 15, Kamerstukken II, vergaderjaar1999–2000.

  36. De WHO, Expanded programme on immunisation, Report of the 14th Global advisory Group, Geneva, heeft in 1991 haar leden geadviseerd om tot algemene vaccinatie tegen hepatitis B over te gaan. Nederland heeft vooralsnog vastgehouden aan een selectief vaccinatiebeleid, gericht op personen uit risicogroepen, dit op instigatie van de Gezondheidsraad, Commissie Vaccinatie tegen hepatitis B, Gezondheidsraad, Rijswijk: 1996, publicatienummer1996/15.

  37. Gezondheidsraad, Algemene vaccinatie tegen hepatitis B, Den Haag: gezondheidsraad, publicatie nr. 2001/03. De minister heeft aangekondigd het advies over te nemen, brief van 22 februari 2001, 27401 nr. 50, Kamerstukken II, vergaderjaar 2000–2001.

  38. Naar schatting hebben 5–10 chirurgen in Nederland aantoonbaar HBV in hun bloed, Zaaijer (noot 2).

  39. Commissie Preventie Iatrogene Hepatitis B, Staatscourant 2000, nr. 52, p. 9.

  40. Staatscourant 14 maart 2000, nr. 52, p. 9.

  41. Zie eerder J.C.J. Dute, “Het ontwerp infectieziektenwet”, Tijdschrift voor Gezondheidsrecht1997–7, p. 394–408.

  42. Een extreem standpunt wordt ingenomen door Zaaijer (noot 2) die van oordeel is dat onderzoek van bloed van patiënten altijd zonder toestemming mogelijk moet zijn, “waarbij de uitslag uiteraard geheim kan blijven voor de patiënt”.

  43. Er is toch al enige druk in die richting te bespeuren, zie, behalveZaaijer (noot 2), bijvoorbeeld

    J. Lind, Testen op HIV, tenzij, “Vrijblijvend testbeleid leidt tot frustraties bij hulpverleners”, Medisch Contact1999, p. 808–810.

  44. De jurisprudentie inzake aansprakelijkheid van ziekenhuis c.q. Beroepsbeoefenaar voor besmetting heeft met name betrekking op het HIV-virus. In de meeste gevallen is dan de vraag aan de orde in hoeverre het gebruikte bloedpreparaat naar de toenmalige stand van de wetenschap al dan niet als veilig kon worden beschouwd en de patiënt in dit opzicht naar behoren is geïnformeerd. Deze jurisprudentie brengt ons met betrekking tot de vraag naar de van de instelling c.q. Beroepsbeoefenaren te verwachten zorgvuldigheid met betrekking tot de preventie van HBV-overdracht niet verder. Mij zijn geen civielrechtelijke uitspraken bekend waarin een met HIV besmette snijdende specialist zijn werk continueerde en een besmette patiënt uit dien hoofde schadevergoeding claimde.

  45. Zaaijer (noot 2), die verwacht dat hier een stevige stimulans van uitgaat om zich te laten vaccineren.

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Mr.dr. J.C.J. Dute is als universitair hoofddocent verbonden aan de sectie Gezondheidsrecht van de Universiteit Maastricht.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Dute, J.C.J. Juridische aspecten van hepatitis B in zorginstellingen. TGVR 25, 114 (2001). https://doi.org/10.1007/BF03055874

Download citation

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055874

Navigation