Skip to main content
Log in

Openbaarheid van tuchtrechtspraak voor de gezondheidszorg: oplossing of probleem?

  • Artikelen
  • Published:
Tijdschrift voor GezondheidsRecht

Samenvatting

Sinds de inwerkingtreding van (hoofdstuk VII van) de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) op 1 december 1997 is er op het gebied van het tuchtrecht voor de gezondheidszorg nogal wat veranderd. Eén van die veranderingen houdt in dat de tuchtrechtspraak in beginsel in het openbaar dient plaats te vinden (artikel 70 lid 1 Wet BIG). In dit artikel wordt de openbaarheid van de behandeling van de zaak ter terechtzitting besproken. De openbaarheid van de uitspraak blijft buiten beschouwing.

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Notes

  1. EHRM, Le Compte, Van Leuven en De Meyere, 23 juni 1981, Ay 1982, 602.

  2. HR 7 februari 1986, TvGr 1986/25.

  3. Zie o.a.: W.H.M.A. Pluimakers, Enkele kernpunten betreffende het wetsontwerp op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, TvGr, november/december 1987, p. 435.

  4. HR 27 november 1992, AY 1993, 593.

  5. Zie noot 2.

  6. Wet van 2 juli 1928, Staatsblad 222.

  7. Wet van 15 juni 1972 tot wijziging van de Medische Tuchtwet, Stb. 394, in werking getreden in 1974.

  8. Artikel 13a MTW; openbare behandeling indien er sprake is van ‘redenen, aan het algemeen belang ontleend’.

  9. Rapport van de Staatscommissie Medische Beroepsuitoefening (Commissie De Vreeze), 'sGravenhage 1973, p. 57–59.

  10. Voorontwerp Wet op de beroepen in de Individuele Gezondheidszorg, 's–Gravenhage, 1981, p. 7, 8, 99.

  11. Centrale Raad voor de Volksgezondheid, Advies inzake het Voorontwerp van Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, 1982, p. 68–73.

  12. De uitzonderingen zijn: bezwaar van de klager tegen openbare behandeling, besluit van het tuchtcollege op verzoek van de aangeklaagde of ambtshalve wegens belangen van de aangeklaagde, derden of het belang van de zaak.

  13. TK 1985–1986, 19522, nrs. 1–2.

  14. HR 27 november 1992, Ay 1993, 593.

  15. TY, 1985–1986, 19522, nr. 3, Memorie van Toelichtingp. 66–67; FX 1992–1993, 19522, nr. 103d, p. 5.

  16. Zie o.a.: M. Knap, Aantekeningen bij bet medisch tuchtproces, in: Tuchtrecht en fairplay, NVPR, 1984, p. 11–31; W.H.M.A. Pluimakers, a.w., TvGr 1987, p. 428–437; WG. Verkruisen, Kwaliteit en doelmatigheid in bet tuchtrecht in bet algemeen en het medisch tuchtrecht in bet bijzonder, NJB 19, 1987 Speciaal, p. 1497–1504; W.R. Kastelein, Tucht Of Recht? TvGr, september 1991, p. 350–360; JJ. van Uchelen, Medische Tuchtrechtspraak na invoering van de Wet BIG, MC, nr. 16, 1994, p. 527–528; J.H. Hubben, Het nieuwe medisch tuchtrecht, in: Arts, patiënt en ziekenhuis, 1995, p. 33–48.

  17. Artikel 70 lid 1 Wet BIG is van overeenkomstige toepassing op een procedure in hoger beroep.

  18. TK 1987–1988, 19522, nr. 7, p. 79.

  19. TK 1991–J992, 19522, nr. 20, p. 38.

  20. TK 1985–1986, 19522, nr. 3, p. 67.

  21. Artikel 20 Wet RO bepaalt dat het rechtsgeding op de terechtzittingen (straf– en burgerlijke zaken) in het openbaar wordt gehouden, tenzij bij de wet anders mocht zijn bepaald, of, de Hoge Raad, het hof, de rechtbank of het kantongerecht, om gewichtige redenen mocht bevelen dat het rechtsgeding, geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren zalplaatshebben.

  22. TK 1987–1988, 19522, nr. 7, p. 79.

  23. W.G. Verkruisen, Een BIG met vier mankepoten, NJB, nr. 36, 1986, p. 1139.

  24. Zie o.a.: W.G. Verkruisen, a.w., p. 1139.

  25. W.H.M.A. Pluimakers, am., TvGr november/december 1987,p. 436.

  26. EK 1992–1993, 19522, nr. 103d, p. 5.

  27. Dat is kennelijk ook de opvatting van bijvoorbeeld het regionaal tuchtcollege te Zwolle dat ervoor kiest de woonplaatsen van partijen niet te vermelden op de rollijst die voorafgaand aan een zitting ter inzage dient te liggen, met name om premature negatieve publiciteit ten aanzien van de aangeklaagde te voorkomen (jaarverslag 1998, p. 6).

  28. TK 1991–1992, 19522, nr. 49, p. 8.

  29. TK 1987–1988, 19522, nr. 7, p. 79.

  30. HR 15 november 1996, TvGr 1997/20: de aangeklaagde kan hetzij uitdrukkelijk, hetzij stilzwijgend afstand doen van het recht op openbare behandeling mits dat op ondubbelzinnige wijze geschiedt en geen strijd oplevert met enig gewichtig openbaar belang.

  31. Overigens wordt de openbare behandeling door de aangeklaagde doorgaans meer als een bedreiging dan als een recht ervaren.

  32. L.E. Kalkman–Bogerd, in: Gezondbeidsrecht, Tekst & Commentaar, Deventer, 1999, p. 133.

  33. TK 1987–1988, 19522, nr. 7, p. 79.

  34. Zie o.a.: PJ.W. de Brauw, Het Medisch Tuchtrecht in het ontwerp BIG, TvGr 1987, p. 438; JJ. van Uchelen, a.w.,p. 528.

  35. Nu bekende cijfers over het jaarlijkse aantal uitspraken door tuchtcolleges betreffen grotendeels zaken die nog onder de MTW vielen. Ten tijde van het schrijven van dit artikel zijn er slechts drie jaarverslagen van regionale tuchtcolleges over 1998 voor handen, zodat het totaal aantal ingediende klachten in 1998 nog niet kon worden vergeleken met voorafgaande jaren.

  36. J. Bijkerk, Actualiteiten medisch tuchtrecht, in: J.H. Hubben (red.), Rechtsbijstand in de gezondheidszorg, 1990, p. 97–111.

  37. W.R. Kastelein, Tucht of Recht TvGr september 1991, p. 357. Zij suggereert als alternatieve oplossing het aanbrengen van een drempel in het laagdrempelige tuchtrecht.

  38. Zie over openbaarheid van tuchtrechtspraak en het risico van defensieve geneeskunde o.a.: J. Bijkerk, aw., p. 97–111, W.R. Kastelein, Artikel 6, in: Het EVRM en de gezondheiszorg, J.K.M. Gevers (red.), 1994, p. 91–92.

  39. J.K.M. Gevers, Inhoud en ontwikkeling van het medisch beroepsgeheim, in: F. de Graaf en C. Lameer (red.), Medisch beroepsgeheim onder druk 1995, p. 8.

  40. De enige uitzondering hierop kan bestaan wanneer de arts zeker weet dat de patiënt zijn toestemming op onvoldoende gronden geeft dan wel wanneer er een aspect van genoemd algemeen belang aan zit (HJJ. Leenen en J.K.M. Gevers, Gezondheidsrecht voor opleidingen in de gezondheidszorg, 1996, p. 36).

  41. J.K.M. Gevers, Inhoud en ontwikkeling van bet medisch beroepsgeheim, in: F. de Graaf en C. Lameer (red.), medisch beroepsgeheim onder druk, 1995, p. 8.

  42. Zie voor een overzicht terzake (jurisprudentie en literatuur): J. H. Hubben, Het nieuwe medisch tuchtrecht, in: Arts,patiënt en ziekenhuis, 1995, p. 40–41.

  43. HJJ. Leenen, Handboek gezondbeidsrecbt deel 1, 1994, p. 199.

  44. S. Luitse, Medisch beroepsgeheim en de tuchtrechter, in: F. de Graaf en C. Lameer (red.), Medisch beroepsgeheim onder druk, 1995, p. 39.

  45. J.H. Hubben, Het nieuwe medisch tuchtrecht, in: Arts, patiënt en ziekenhuis, 1995, p. 41–42.

  46. TK 1987–1988, 19522, nr. 7, p. 79.

  47. TK 1987–1988,19522, nr. 7, p. 81–82.

  48. CMT, 14 november 1996, TvGr 1997/11.

  49. Aldus ook P.J.W. de Brauw, a.w., p. 438 en JJ. van Uchelen, a.w., p. 528.

  50. Van de 21 BIG zaken bij het regionaal tuchtcollege Amsterdam in 1998 vonden er slechts twee achter gesloten deuren plaats. Beide betroffen zeer privacy gevoelige klachten betreffende de behandeling van eenpsychiatrische patiënt die zelf niet de klager was (jaarverslag Regionaal tuchtcollege Amsterdam 1998, p. 9).

Author information

Authors and Affiliations

Authors

Additional information

Tijdens het schrijven van dit artikel was mr. L.A. Hanekamp verbonden aan de sectie gezondheidsrecht van de Universiteit van Amsterdam. De auteur dankt mw. mr. Th.A.M. te Braake en prof. mr. J.K.M. Gevers voor hun waardevolle opmerkingen.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Hanekamp, L.A. Openbaarheid van tuchtrechtspraak voor de gezondheidszorg: oplossing of probleem?. TGVR 24, 119–123 (2000). https://doi.org/10.1007/BF03055848

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055848

Navigation