Samenvatting
Op 3 mei 1991 bereikte het kabinet Lubbers overeenstemming over een Ontwerp van Wet Orgaandonatie. Dat was een belangrijk moment op de weg naar een wettelijke regeling van deze materie.
Notes
Overigens is op 1 juli 1991 de Wet houdende nieuwe bepalingen inzake de lijkbezorging (Wet op de Lijkbezorging) in werking getreden. Deze wet, die de Wet op de Lijkbezorging van 1869 vervangt, bevat een regeling voor donatie na overlijden. De regeling is als voorlopig bedoeld en zal te zijner tijd worden vervangen door de Wet op de orgaandonatie.
Het Ontwerp is opgenomen in het Advies Orgaandonatie van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, Zoetermeer 1990.
Hans Akveld, Transplantatie en wetgeving. Werkelijkheid en ideaal, 1987, blz. 57 e.v.
B. Sluyters, De arts en het belangenconflict in: Quid Juris, blz. 171 jo 182, Kluwer, Deventer 1977; zie ook H.J.J. Leenen, Handboek Gezondheidsrecht: Gezondheidszorg en recht, 1991, blz. 120.
Memorie van Toelichting, blz. 8.
Het ontwerp definieerde orgaan nog als ‘bestanddeel van menselijke oorsprong, met uitzondering van bloed en geslachtscellen’.
Advies Orgaandonatie, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, 1990, blz. 10.
Memorie van Toelichting blz. 36.
Dorothy E. Vawter, Warren Kearney e.a. The use of human fetal tissue, Minnesota, USA, 1990, blz. 83 e.v.
Eurotransplant Newsletter 86, 1991, blz. 2–3.
Hans Akveld, Transplantatie en wetgeving. Werkelijkheid en ideaal 1987, blz. 84.
Anders het Advies Algemene Transplantatieproblematiek, 1987, blz. 126–127. Wat donatie van niet–regenererend weefsel betreft is bepaald dat uitsluitend nierdonatie door levende verwante donoren als een redelijke mogelijkheid kan worden beschouwd. Ter voorkoming van misstanden wordt geadviseerd dat veronderstelde familieverwantschap wordt bevestigd met behulp van ‘DNA–fingerprinting’!
Akveld, o.c. blz. 97.
Akveld, o.c. blz. 98–99.
In een bij het rapport gevoegde Notitie ‘Orgaandonatie bij leven door minderjarigen’ wordt als minderheidsstandpunt vertolkt, dat een orgaandonatie door een minderjarige achterwege dient te blijven, indien de minderjarige niet ten minste tot ‘informed assent’ in staat is. Zie ook J.E.M. Akveld, H.E.G.M. Hermans, Rechtspositie minderjarigen bij orgaantransplantatie, FJR 1988, 6, blz. 125–126.
Memorie van Toelichting, blz. 21.
‘In die situatie ware er echter de voorkeur aan te geven de beslissingsbevoegdheid niet in handen van de arts te leggen, maar de opvatting van nabestaanden doorslaggevend te laten zijn.’ (MvT blz. 21).
Akveld, o.c. blz. 132 e.v.
Zie bijvoorbeeld J. Jordans e.a., Donornefrectomie in eenperifeer ziekenhuis NTvG 1975, 41, blz. 119.
Het advies van de NRV bevat een aantal aanbevelingen ten aanzien van het ziekenhuisprotocol.
Zie hieromtrent o.m. het Advies Orgaandonatie van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid, blz. 31.
D.J. Hessing, De onsterfelijkheid benaderd, 1983, blz. 110 e.v.
De NRV heeft een enigszins optimistischere verwachting over het welslagen van een Centraal Register, blz. 27–28.
Advies Orgaandonatie, Nationale Raad voor de Volksgezondheid, blz. 21.
D.J. Hessing, W. Kokkedee, H. Elffers, A psycholegal analysis of attitudes and behaviors toward organ donation under different legal systems, Amsterdam, 1991.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
De auteur is universitair hoofddocent Handelsrecht en Gezondheidsrecht, verbonden aan de Juridische Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Akveld, J.E.M. Het Voorstel van wet op de Orgaandonatie gewogen. TGVR 16, 18 (1992). https://doi.org/10.1007/BF03055609
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055609