Samenvatting
1. In de eerste plaats wil ik een misverstand wegnemen. In mijn boek ‘Gezondheidszorg en Recht’ heb ik geschreven (p. 272) dat er een mogelijkheid zou moeten bestaan voor het toedienen van experimentele vaccins aan kinderen. Die mogelijkheid wordt door sommigen geïnterpreteerd als een erkenning van de toelaatbaarheid van niet-therapeutische experimenten met kinderen, breder gezien met incompetenten. Dat is echter niet de juiste voorstelling van zaken. Er zijn hier twee situaties aan de orde, namelijk: therapeutisch t.o.v. niet-therapeutisch en in het belang van het kind of niet.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
De auteur is hoogleraar Sociale achtergronden van gezondheid en gezondheidszorg aan de Universiteit van Amsterdam.
Deze bijdrage bevat enkele kanttekeningen bij het artikel van mr E.B. van Veen, Het betrekken van incompetenten bij experimenten, TvGR 1989, p. 536-551.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Leenen, H.J.J. Het betrekken van incompetenten bij experimenten . TGVR 14, 20 (1990). https://doi.org/10.1007/BF03055547
DOI: https://doi.org/10.1007/BF03055547