Samenvatting
Terwijl voorafgaande onderzoekingen hadden geleerd, dat de bacteriophagen verkregen uit verhitte sporen van bacillen uitsluitend mutilaten konden aantasten, welke tot dezelfde soort behoorden als de stammen welke den phaag produceerden, bleken de bacteriophagen verkregen doorophooping van mycoïdes- of undulatus-mutilaten met tuingrond niet alleen in staat mycoïdes- of undulatus-mutilaten aan te tasten, maar ook de mutilaten van de heterologe Bac. megatherium. Omgekeerd waren phagen, welke waren verkregen door ophooping van megatherium-mutilaten met tuingrond in staat de heterologe mycoïdes- of undulatus-mutilaten aan te grijpen.
De aandacht werd gevestigd op de mogelijke onreinheid van phagen, welke op andere wijze zijn verkregen dan uit verhitte sporen en de wenschelijkheid uitgesproken alle tot heden beschreven eigenschappen van “den” bacteriophaag nog eens te toetsen aan die van de “sporenphagen”.
Similar content being viewed by others
Literatuur
L. E. den Dooren de Jong, Dit Tijdschrift,5, 1931 p. 259.
F. d'Hérelle, Le Bactériophage et son Comportement (Paris)149, (1926).
L. K. Wolff et J. W. Janzen, Ann. Inst. Past.37, 1064, (1923).
P. C. Flu, Ned. Tijdschr. Hyg. Microb. en Serol.2, 325, (1928).
Additional information
Voordracht te Utrecht gehouden op 18 November 1933 voor de Nederlandsche Vereeniging voor Microbiologie.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Den Dooren de Jong, L.E. Over “Sporenphagen” en “Modderphagen”. Antonie van Leeuwenhoek 1, 17–21 (1934). https://doi.org/10.1007/BF02543919
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02543919