Skip to main content
Log in

Boekbesprekingen

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Weltwirtschaftliches Archiv, 1926. Voorts is o.m. te wijzen opEconomics and Sociology, Londen 1935, en verschillende artikelen in het tijdschriftSocial Research, m.n. “A Reconstruction of the Law of Supply and Demand” (1942) en “On the Mechanistic Approach in Economics” (1951).

  2. In deze reeks is op economisch gebied eerder G. Myrdal,Rich Lands and Poor (1958) verschenen. Van K. E. Boulding isThe Meaning of the Twentieth Century (1964) er in opgenomen.

  3. Het is waarschijnlijk geen toeval, dat deze gedachte ook zeer duidelijk is uitgesproken door een der invloedrijkste geestelijke vaders van de indicatieve planning, P. Massé: “c'est dansl'action et par l'action que les lacunes de notre information serontrévélées et ressenties et qu'il y sera le plus sûrement porté remède”. (Le plan ou l'anti-hasard, Parijs 1965, blz. 111/2). Een overeenkomstige opmerking bij H. Leibenstein, What Can We Expect from a Theory of Development?,Kyklos 1966, aflev. 1, blz. 17.

  4. Te wijzen is m.n. op R. L. Heilbroner, Is Economic Theory Possible?,Social Research 1966, afl. 2; K. E. Boulding, Is Economics Obsolescent?,The Scientific American, mei 1965; H. Wilhelm, Instrumentale Wirtschaftstheorie und rationale Wirtschaftspolitik,Zeitschrift für die gesamte Staatswissenschaft, juli 1967.

  5. Vermelding verdient ook een beschouwing van L. M. Lachmann (Sir John Hicks on Capital and Growth,Die Suid-Afrikaanse Tydskrif vir Ekonomie, juni 1966, blz. 120 e.v.), waarin hij in dezelfde geest als Lowe betoogt, dat de “autonomie der verwachtingen” de tendentie naar een evenwicht verstoort en de gedetermineerdheid van het economisch proces doet verdwijnen.

  6. Hierover nader Heilbroner, t.a.p. blz. 289 e.v.

  7. Hiertegen richt zich vooral het zeer lezenswaardige critische commentaar van Boulding in zijn eerder genoemd besprekingsartikel. Vgl. ook de niet tegen Lowe gerichte maar in sterke mate met de opvatting van Boulding overeenstemmende paragraaf “What Is Economics”? in J. M. Buchanan, Economics and Its Scientific Neighbors,The Structure of Economic Science, onder red. van S. R. Krupp, Englewood Cliffs (N.J.) 1966, blz. 168 e.v.

  8. Een echo opNationalökonomie-wozu? van W. Eucken (Leipzig 1938).

  9. In het „Economic Survey of the Netherlands” van de OECD (april 1967) wordt een volkomen analoge methodiek uitgwerkt t.a.v. de Nederlandse exportontwikkeling 1960–1965 (blz. 25/29). Hierin geeft de schrijver van dit rapport ook duidelijk de begrenzingen van de waarde van een dergelijke analyse ann (Appendix blz. 48/50). Hij wijst hierbij terecht op de veel geringere bruikbaarheid van de, „commodity-approach” (Güteranalyse).

  10. In het gegeven cijfervoorbeeld staan twee storende drukfouten: tabl 1 blz. 35: 33.3 dient een minteken te hebben; blz. 39 land 1:× 22,5 dient te zijn: + 22,5.

  11. De strukturele verschillen op basis van de geografische spreiding zijn bovendien veel kleiner (Japan 4,7%, Italië 5,8%).

  12. Tot deze enquête is in 1960 door de Bundestag besloten. Zie nader: H. J. Engeleiter, Die Konzentration der Industrie in der Bundesrepublik. Bericht über die Konzentrationsenquete,Betriebswirtschaftliche Forschung und Praxis 16e jaargang, november 1964.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Hennipman, P., van de Klundert, T., Hartog, F. et al. Boekbesprekingen. De Economist 116, 232–268 (1968). https://doi.org/10.1007/BF02366963

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02366963

Navigation