This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literaturverzeichnis
Bravenboer, L., 1955: Chemische en biologische bestrijding van spint. (Tetranychus urticae Koch). Mededelingen directeur van de tuinbouw.18, p. 672–680.
Dinther, J. B. M., 1953: Details about some fly traps and their application to biological research. Entomol. Ber.14, p. 201–204.
Evenhuis, H. H., 1953: Bepaling van de tijdstippen waarop tegen het fruitmotjeEnarmonia (Carpocapsa) pomonella L. gespoten moet worden. Tijdschrift over Plantenziekten59, p. 9–22.
Fluiter, H. J. de en F. A. van der Meer, 1955: De dwergziekte van de framboos en haar bestrijding. Mededelingen Landbouwhogeschool Gent.20 (3), p. 419–434.
Fransen, J. J., 1952: Aerial spraying in the Netherlands. Comptes rendus 3e congrès internationale de phytopharmacie, Paris 1952,2, p. 787–793.
Franssen, C. J. H., 1954: De levenswijze en de bestrijdingsmogelijkheden van de erwtenpeulboorder. Verslagen van landbouwkundige onderzoekingen, No 60.2, 47. pp.
Headlee, T. J., 1932: Further studies on the effects of electromagnetic waves on insects. J. of econ. Entomol.25, p. 276–288.
Hoofdcommissie voor de normalisatie in Nederland, 1954: Bestrijdingsmiddelen voor plantenziekten en schadelijke dieren, namen en afkortingen.
Jong, D. J. de: 1951: Bladrollers op vruchtbomen. Mededelingen Directeur van de Tuinbouw14, p. 131–150.
Kuenen, D. J., 1946: Fruitspint en zijn bestrijding. Mededelingen Directeur van de Tuinbouw No 44.
Leefmans, S., 1937: De draaihartigheid der kool. Mededeling van den Tuinbouwvoorlichtingsdienst no 1, 31 pp.
Leefmans, S., 1938: De draaihartigheid bij kool. Mededeling van den Tuinbouwvoorlichtingsdienst no 5, 42 pp.
Leefmans, S., 1951: Applied entomology in the Netherlands past and present. Entomology in the Netherlands and their overseas territories. Amsterdam p. 13–25.
Nijveldt, W. C., 1957: Levenswijze en bestrijding van de aspergevlieg (Platyparea poeciloptera Schrank) in Nederland. Verslagen van landbouwkundige onderzoekingen. no 63.4, 40 pp.
Rossem, G. van, 1946: Het voorkomen van den BoonenkeverAcanthoscelides obtectus Say (Col.Bruchidae) te Heerlen (L.) Tijdschrift over Plantenziekten52. p. 85–90.
Rossem, G. van, 1948: Verslag over het optreden van enige schadelijke insecten in het jaar 1948. Achtste Herfstvergadering der Nederlandsche Entomologische Vereeniging op 27. Nov. 1948.
Silver, C. N., 1955: Gegevens over de bestrijding van de grote Narcisvlieg,Lampetia equestris F., door middel van begassing en dompeling. Tijdschrift over Plantenziekten 6, p. 24.
Vrie, M. van de, 1955: Nieuwe wegen in de bestrijding van het fruitspint. (Metatetranychus ulmi Koch.) Mededelingen van de Landbouwhogeschool Gent,20 (3), p. 301–308.
Wilde, J. de, 1947: Onderzoek betreffende de koolvlieg en zijn bestrijding. Verslagen van landbouwkundige Onderzoekingen No 53.8.G p. 309–426.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
de Wilde, J., Ankersmit, G.W. Derzeitige Probleme der angewandten Entomologie in den Niederlanden. Anzeiger für Schädlingskunde 30, 161–165 (1957). https://doi.org/10.1007/BF02290002
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02290002