Skip to main content
Log in

Het Liernurstelsel in Nederland

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatur

  1. Zie: Het puematisch rioostelsel nader beschouwd en toegelicht in zijn technische bijzonderheden en werking door Ch. T. Liernur, benevens het advies daarover uitgebracht door F. W. Conrad, enz. (1868)

  2. Zie het uitnement geschrift van F. de Bas, 1e luit. van den Generalen staf 1870.

  3. Zie Deutsche Vierteljahrschrift fur öffentliche Gesundheitspflige I Band IV Heft.

  4. Als eene bizonderheid kan ik hierbij vermelden dat de aanleg te Amsterdam plaats vond onder toezicht van Liernurs assistentingenieur, den heer Joost Thooft, den lateren eigenaar der porcelein fabriek te Delft, den herschepper van onze kunstaardewerk nijverheid.

  5. Ik schreef destijds dadelijk aan den heer Liernur en ontving van den heer De Bruyn Kops toen het antwoord terug: «dat door «de groote haast, waarmede het boekje door Capt. Liernur geschreven «werd, eene fout ingeslopen is. Die exploitatie kosten bedragen ge-«middeld f 1.25 tijdens rentebetaling en aflossing en f 0.45 nadat «het gansche kapitaal afgelost is.»

  6. Er zou betaald worden 431/2 cent per 100 Kilo bij een stikstofgehalte van 0,9 pCt. of bij minder gehalte in evenredigheid.

  7. Ik maak uit het verslag van prof. Gunning op dat hij ontstemd was over het gehalte van een door Liernur bij het Stedelijk bestuur ingeleverd monster poudrette, dat 9 pCt. stikstoff heette te bevatten, maar bij analyze slechts 3,52 pCt. bleek in te houden. Ik kan niet aannemen dat dit aan Liernur bekend was, de inlevering er van zou dan wat al te onnoozel zijn geweest. Er moet een misverstand hebben bestaan.

  8. Hier zijn, meen ik, zijne injecteur riolen voor het eerst aangelegd. Zie bl. 017.

  9. Zie Liernur aan B. en W. 9 Nov. 1872 bl. 14.

  10. Zij waren, volgens Liernur,

  11. dat hij te Amsterdam het stelsel anders uitvoerde als in 't werkje van Kapt. De Bas beschreven.

  12. dat de proef op Looijersloot weinig kostbaar en het invoeren van privaten in de woningen der minderen vele bezwaren had.

  13. de loozing der privaat op één standpijp in de woningen van Schutte. Het min wenschelijke daarvan geeft Liernur toe.

  14. dat de proeven in 't geheel niet noodig waren om de mogelijkheid eener pneumatische lediging te bewijzen.

  15. de gebrekkige inrichting der exploitatie werktuigen aan de Looyersloot.

  16. dat het stelsel, hoe vernuftig ook, alleen daar kan worden toegepast waar een strenge controle mogelijk is.

  17. het tochten van eenige ventilatiebuizen.

  18. klachten kunnen niet uitblijven over stank in de privaten, Liernur zegt hierop: «om gassen te laten uitstromen moeten er gassen aanwezig zijn en een beweegkracht om ze naar boven te drijven.»

  19. dat de trechter, hoe vernuftig ook ingericht door onregelmatig gebruik toch nu en dan wordt bemorst.

  20. dat een kostbare fundeering wordt vereischt om ontzetting te voorkomen, waardoor grondwater en aarde in de buizen zou kunnen geraken.

  21. Dit argument schijnt mij gezocht en niet juist. De opbrengst van den oogst toch zou den boeren wel doen zien of zij met voordeel den faecaalmest zouden kunnen aanwenden.

Download references

Authors

Additional information

Scheveningen, April 1902

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van Reesema, A.S. Het Liernurstelsel in Nederland. De Economist 51, 355–380 (1902). https://doi.org/10.1007/BF02286698

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02286698

Navigation