Skip to main content
Log in

Koloniale Kroniek

Koloniale Literatuur

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Treffend en niet pleitend voor algemeene bekeudheid met de hoofdproducten onzer koloniale literatuur is de opmerking, welke men dezer dagen in sommige dagbladen kon lezen, alsof Veth's in 1870 verschenen “Insulinde” zijn eerste meer uitvoerig koloniaal werk zou zijn, terwijl toch, om van andere werken niet te spreken, zijne bewerking van De Stuers' “Vestiging en uitbreiding der Nederlanders ter Westkust van Sumatra” in 1849 en dl. I vau zijn groot werk “Borneo's Westerafdeeling” in 1854 het licht zag en zijn gewichtig aandeel in de bewerking van het groot “Aardrijkskundig en Statistisch Woordenboek van N. Indië” reeds van 1859 dagteekent.

  2. Voor korte weken slechts en van daar dat geeue poging kon worden aaugewend om tot deelneming in Indië op te wekken en dat zelfs velen hier te lande te laat vernamen dat het voornemen bestond Veth's jubilaeum niet onopgemerkt te doen voorbijgaan.

  3. Sedert de noot voorkomende op blz. 639 der Kol. Kron. van Juni 1880 onder de aandacht der redactie van dat tijdschrift werd gebracht, mochten wij de daar vermelde ontbrekende nummers ontvangen. Daarvoor ontvange de redactie onzen dank. Maar un zij weder iets anders onder hare aandacht gebracht. De geheele jaargang 1879 werd ontvangen, maar zonder omslagvel of inhoudsopgave en van de jaargangen 1880 en 1881 nog geen enkel uommer. Dat tijdschrift en het “Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw in Ned.-Indië”, dat ons geregelder wordt toegezondeu (ofschoon ook vau den loopeuden jaargang nog slechts een enkel numiner werd ontvangen) komt ook zeer ongeregeld in bij het Kon. Instituut voor de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned-Indië, op welks leestafel zij anders onder de aandacht van vele oud-Indiërs zouden komen. Het gevolg daarvau was dat een paar suikerfabrikanten, die ik over Engelhard's stukken sprak, daarvau alleen kennis konden nemen door iuzage van het aan “de Economist” toegezonden, niet geheel volledig exemplaar dier tijdschriften.

  4. Zie Phipson's opstel: “Recent experiments on the growth of Sugar”, vertaald in Dl. XXI van het Tijdschrift voor Nijverheid en Landbouw iu N. I., blz. 212.

  5. Zie de noot op blz. 761.

  6. Uit deze woorden blijkt dat Knoch's bovenaangehaalde woorden over Engelhard's edelmoedigheid in het openbaren zijner denkbeelden toch niet op die alle slaan.

  7. Daartegen zal Engelhard opkomen in de nadere studie door hem toegezegd.

  8. Bij de oprichting des Genootschaps was de verschijning van een uummer “ougeveer om de drie maanden” voorgespiegeld. Afl. 1, p. 44.

  9. Volgens de “Annales” van Mei 1881, blz. 326, zou geen van beiden op die eer aanspraak kunnen maken, maar die ontdekking het werk zijn der Jesuïten, die reeds lang dien weg volgden.

  10. Ook andere zaakkundigen doeu dit, o. a. W. W. Hunter in zijn keurig boekje “England's work in India.”

  11. Wat “Das Ausland” naar aanleiding van Routledge hierbij zegt over den druk der inkomstenbelasting had weggelaten kunnen wordeu, omdat, het is bekend, de zeer groote bezwaren aan de heffing dezer voor eenige jaren tijdelijk opgelegde belasting verbonden, er toe hebben geleid ze op te heffen en andere bronnen van inkomst op te sporen.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Quarles van Ufford, J.K.W. Koloniale Kroniek. De Economist 30, 755–777 (1881). https://doi.org/10.1007/BF02286465

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02286465

Navigation