Skip to main content
Log in

Degevolgen der staking. — Invoerrechten op meel. — Woningtoestand in Nederland. — Het suikervoorstel der Regeering. — De nota over de Indische financië

  • Economische Kroniek
  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Onthielden wij ons destijds van een oordeel, bij gebrek van zekerheid nopens veel feitelijks in de vóorgeschiedenis der staking, wat voor haar beoordeeling toch van groote beteekenis moest worden geacht, — na kennisneming van wat sedert ter zake bekend geworden is, achten wij ons verplicht alsnog uitdrukkelijk haar ook onzerzijds een volkomen ongerechtvaardigd machtsmisbruik te noemen. Wie nog twijfelen mocht of deze kwalificatie verdiend is, zij vooral de lezing van het zakelijk relaas, door de directie van het Blauwhoedenveem in het Handelsblad van 21 Februari gepubliceerd, ter lezing aanbevolen.

  2. In zijn oorspronkelijke Amsterdamsche redactie.

  3. In 1901 was de meelinvoer zelfs nog hooger!

  4. Zooals men weet is in 1877 het recht op meel van 40 cents per 100 Kilo afgeschaft. Tegenover de bedenking van Mr. Mees in de Economist van Maart 1901 moeten wij de keuze van de jaren 1874–76 handhaven. Aangezien omstreeks 1874 groote meelfabrieken in ons land zijn opgericht, zou het zeer onzaakkundig zijn een middencijfer te nemen over de jaren 1867–1876. Mr. Mees herinnert er zelfs aan op bladzijde 37, dat in 1876, het jaar vóór de afschaffing van het recht, de uitvoer van meel 3.390.000 Kilo grooter was dan de invoer. Onder de werking van het recht van 40 cents per 100 Kilo was toentertijd de meelindustrie dus een export industrie geworden, — en nu is de invoer 160.180.000 Kilo grooter dan de uitvoer! Ziedaar dus aangetoond welke groote gevolgen een laag recht (zelfs een lager recht dan de meeste Nederlandsche industrieën bezitten) op de ontwikkeling eener levensvatbare industrie kan uitoefenen en tevens hoe zoo'n industrie wordt vernietigd door den vrijen invoer welke niet gepaard gaat met vrijen uitvoer naar de andere landen.

  5. Deze gezinnen (personen) zijn buiten de statistiek gebleven. Van een totaal van 1.024.277 gezinshoofden op 31 Dec. 1899 in Nederland geteld, bleven er om deze en andere redenen 16.647 en van de 89.195 afzonderlijk levende personen 9089 buiten de woningstatistiek, in het geheel 164.908 personen (waarvan 114.922 in gestichten leefden) op eene totale bevolking van 5.104.137 personen.

  6. Uit Bijlage B der Memorie van Toelichting zou schijnbaar volgen, dat de klimming van het verbruik wel degelijk met prijsverlaging samenhangt. Echter is hier ten onrechte het verbruik met de groothandelsprijzen van suiker in vergelijking gebracht. De kleinhandelsprijs is het welke op het verbruik invloed heeft, en deze is sedert 1898 niet of nauwelijks gedaald. Men vergelijke de prijstabellen in de 1e aflevering van het Tijdschrift van het Centraal Bureau van de Statistiek.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Kroniekschrijver Degevolgen der staking. — Invoerrechten op meel. — Woningtoestand in Nederland. — Het suikervoorstel der Regeering. — De nota over de Indische financië. De Economist 52, 288–305 (1903). https://doi.org/10.1007/BF02228062

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02228062

Navigation