Literatur
Toeneming van bier-consumtie, ook als middel om indirectelijk het jeneververbruik te bestrijden, juichen wij zeer toe, doch omtreut het niet-bescherund zijn der inlaudsche bierfabrikatie zijn wij het met den S. niet cens. Gelijk bij vele onzer accijns-artikelen het geval is, wordt bij invoer cen regt geheven dat den accijns verre overtreft, en alzoo ongetwijfeld cen protectieve strekking heeft. Zoo is het vreemde Bier bij ous belast metf 3 per hectoliter, en de Statistiek van handel en Scheepvaart over 1880 geeft dan ook aan (Overzigt Stant D, II Deel pag. 548), voor Bier een invoer tot verbruik ter waarde vanf 111.026 belast metf 55,513 invoerregt, of 50 pCt. der waarde! Wij hebben die anomalie in ons tarief meermalen besproken, even als de belemmering welke onze wetgeving door het niet verleenen van afschrijving van suikeraccijns, aan sommige industrien oplegde, onbillijkheid welke eerst zeer onlangs bij de wet, en dezer dagen door bet K. B. tot regeling der teraggave van accijns bij uitvoer, o. a. voor de fabricatie van vruchteusap en derg. is opgeheven.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
C. Het bier als volksdrank. De Economist 31, 273–278 (1882). https://doi.org/10.1007/BF02218357
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02218357