This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literatur
Wordeu, als b. v. in de afflevering van 1 Januari, p. 34, “Mail-overizichten” overgenomen, die reeds de dagteekening aan het hooft voeren, dan zou dit natuurlijk overbodig ziju.
Men herinert zich dat de Resident voorstelde ook den landeingenaar zelven te verwijderen. Tot de “vreendigheden” in deze treurige zaak behoort voorzeker, wij wezen er reeds op in “De Economist” van November jl., p. 1043, dat de verwijdering niet werd toegepast op den hoofdschuldige, op den man van wien, volgens het bstuur, al die verkeerde regelingen op Tjiomas waren uitgegaan, maar wel op zijne handlaugers en ondergeschikten.
Lees 1855. Zie Mr. van Gennep's gevoelen in het commissoriaal rapport p. 12. Deze toont aan dat de Reisdent ten onrechte sprakl van een “verbod”, daar het beslnit slechts zegt dat het “niet noodig” is. Uitvoerig toont hij echter verder aan dat ook dit is in strijd med de wet. Krachtig wordt dit ook betoogd in het artikel: “Een Exorbitant recht” in het “Alg. Handelsbiad” van 17 Mei. Dat ook wij die meening zijn toegedaan, blijkt uit het in den tekst gezegde. Wij zouden evenwel aarzelen ons over dat besluit in zoo scherpe bewoordingen nittelaten als het “Handelsblad” het deed, uu wij zien dat het genomen is tijdens het bewind van een zoo goed jurist en zoo door en door rechtschapen man als Gouv.-Gen. Duymaer van Twist. Daarom hoezeer voorshands dat besluit van 1855 afkeurende en in strijd met de wet achtende, dus de intrekking noodzakelijk achtende, zullen wij gaarne vernemen wat tot rechtvaardiging daarvan kan worden aangevoerd. De tekst van dat besluit, gelijk wij dien kennen uit het “Bijblad op het Staatsblad van Ned.-Indie” van Nederburgh en de Waal, 2e uitgave, 1, 106, geeft daaromtrent geen genoegzaam licht.
O. a. roeden we dit pont even aau bij de bespreking van een paar van Major Perelarer's werken in “De Ecou.” van Juni '83, p. 568.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Quarles van Ufford, J.K.W. Het tijdschrift ”de Indische Mail“. — Alweder de Tjiomaszank. —Het aienw ”Adres der honderd“ betreffende de Atichzaak. De Economist 36, 637–653 (1887). https://doi.org/10.1007/BF02211964
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02211964