Skip to main content
Log in

Armenzorg

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. En hoe bitter treurig het er in vele dier Londensche achterbuurten uitziet, is uit tal van geschriften bekend geworden.

  2. Dezer dagen kon men echter in de dagbladen lezen dat men in de Kaapkolonie niet erg ingenomen is met het denkbeeld aldaar zulk eene „colony of paupers” te krijgen.

  3. Sedert het bovenstaande werd geschreven, had ik het genoegen „General” Booth eenige malen te hooren spreken en zijne kennis te maken. Op een “private meeting” ten bnize van Baron Brantsen van de Zijp mocht ik hem, ingevolge zijn verlangen, eenige inlichtingen geven omtrent doel en werking onzer Maatschappij van Weldadigheid en zijne vragen daaromtrent beantwoorden. Na den reeds vrij bejaarden maar nog zoo krassen, onvermoeiden man bij herhaling over zijn „social seheme” te hebben hooren spreken, is mijne bewondering voor zijne ruime, onbeperkte menschenliefde, voor het enthusiasme, de toewijding waarmede hij en zijn talrijke medehelpers in het Heilsleger zich wijden aan de met warmte opgevatte taak om, zoo mogelijk, alle verdoolden te redden, slechts toegenomen. Ik acht het begrijpelijk dat hij met zijn warm geloof, met zijn innig vertrouwen op de deugdelijkheid zijner beginselen en zijner methode van werken, met zijne populaire welsprekendheid, tal van personen meesleept. Maar toch, ik mag het niet verhelen, kwam telkens de vraag bij mij op of hij ten slotte niet blijken zou een even groot idealist geweest te zijn als onze Generaal van den Bosch, die, toen hij in 1818 de Maatschappij van Weldadigheid stichtte, daarin, d. i. in de overbrenging van de behoeftigen uit de steden naar het land, het middel meende gevonden te hebben om aan de armoede in Nederland een einde te maken. Doch wat hiervan ook zij, wij herhalen wat we reeds in het vorig jaar schreven: mocht „General” Booth's „Scheme” op den duur blijken niet geheel voor verwezenlijking vatbaar te zijn, toch wenschen wij hem en de zijnen den moed en de kracht toe om met de opgevatte taak voort te gaan en verheugen ons er in dat hem daartoe de vereischte middelen werden verstrekt, omdat daardoor althans een niet onbelangrijk deel onzer misdeelde, verdoolde medemenschen op een beteren weg worden gebracht.

  4. In de 2e afl. dier „Bijdragen” voor 1891.

  5. Zie o. a. „Het Vaderland” van 23 September jl.

  6. Uit het debat op 30 Mei 1891 in de „Vereeniging voor Statistiek” gevoerd, kan men zich herinneren dat destijds ook, o. a. door den heer van Assendelft de Coningh, werd gewezen op het groot verschil bestaande in de armenzorg in de stad en ten platten lande.

  7. In de artikelen over „Armoede” in den laatsten tijd door het „Nieuws van den Dag” gepubliceerd, wordt ook gesproken over de verbeteringen in de armenverzorging ingevoerd.

  8. Hieronder wordt er op gewezen dat dit ook bij het „Toynbeewerk” het geval is.

  9. Zie ook, om van vroegere nummers niet te gewagen, de nrs. van 1 Oct., 1 Nov., 1 Dec. jl., schier elk nummer. In dat van 1 Febr. wordt een artikel gewijd aan de nieuwe Amsterd. Vereeniging, ook door ons besproken.

  10. Zie vooral de laatste bladzijde van Pr. v. d. Vl's artikel, waaruit blijkt dat de flinke Leidsche studenten, die zich voor de zaak spanden, zich in het minst niet lieten afschrikken door den tegenstand van kwaadwillige zijde ondervonden. Zou onze geachte mede-Redacteur Mr. Greven aan de lezers van „de Economist” niet eens wat meer van dat Leidsche Toynbeewerk mededeelen? Ons dunkt dat naast Prof. v. d. Vl's artikel, waarin de zaak meer in 't algemeen, meer historisch wordt besproken, zulk een meer speciaal kort stukje over wat men te Leiden deed en voorheeft, aan velen welkom zal zijn, — ook als voorbeeld ter navolging elders.

  11. In den laatsten tijd gaven de Haagsche bladen een overzicht van het op die vergaderingen verhandelde. In de laatstgehouden vergaderingen spraken Ds. Koch over „onze gevangenen” en de heer de Dompierre de Chaufepié over de „wijze van armverzorging.” Hij zeide daarbij o. a. van meening te zijn dat het Elberfeldsche Stelsel in den Haag bezwaarlijk ten volle in toepassing zoude zijn te brengen, omdat de Diaconiën, speciaal die der Ned. Hervormde Gemeente, een zoo groot deel der armezorg op zich hebben genomen en daarvan geen afstand zouden kunnen of willen doen. Wel achtte hij een algemeen informatiebureau wenschelijk. Wij herinneren omtrent deze punten aan de belangrijke discussie op 30 Mei 1891 in de Vereeniging voor Statistiek gevoerd, toen bleek dat „Liefdadigheid naar Vermogen” zulk een algemeen informatiebureau voor Amsterdam had gewenscht, maar daarvoor niet ten volle de van de Ned. Hervormde Diaconie verlangde medewerking had kunnen verkrijgen Nieuw bewijs dat het ook door ons zoozeer gewenschte „Samenwerkend handelen” in de praktijk niet altijd gemakkelijk is te verkrijgen. Men streve er echter steeds naar — zoover mogelijk.

  12. En toch, de zoo treurige feiten door de Enquête-Commissie aan het licht gebracht, en waarop onderscheidene dagbladen en inzonderheid het „Sociaal Weekblad” de aandacht vestigden, bewijzen hoe beklagenswaardig het lot van vele Leidsche fabrieksarbeiders is, welk ruim veld Leiden den menschenvriend te bearbeiden aanbiedt. De Christelijke Fabriekscholen, op wier verslagen we voor eenige jaren in dit tijdschrift de aandacht vestigden, gaan blijkens hare jaarverslagen steeds voort met hare bescheiden werkzaamheid in het belang der fabrieksjeugd. In zijn weekblad „Pniël” bepleit de ijverige Leidsche predikant Gunning ook warm de belangen der arbeidende klasse. Zoo zou op meer kunnen worden gewezen. Maar er wordt in Leiden ook ontzettend veel armoede geleden. Voor Toynbee- en ander werk om den arbeidersstand op te heffen, bestaat er dus een ruim veld.

  13. Hoe deze „Bond” en hoe ook „Armenzorg” voortdurend naar verbeterde werkwijze streven, kan men telkens in de Haagsche bladen lezen.

  14. Zie op p. 9 dier Feestrede waarom de naam „Christelijke Volks bond” werd aangenomeu, en wordt behouden. „Wij willen hiermede uitspreken, dat wij wenschen te handelen naar den geest van Christus” enz.

Download references

Authors

Additional information

Generaul Bootn's eerste jaarverslag en eenige andere publicatiën over Armenverzorging.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Quarles van Ufford, J.K.W. Armenzorg. De Economist 41, 300–318 (1982). https://doi.org/10.1007/BF02211770

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02211770

Keywords

Navigation