This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
Mr. N. G. Pierson: Leerboek der Staathuishoudkunde (1890) 2de deel pag. 517.
De bedoeling is, om allerlei verschijnselen als amortisatie en afwenteling, alsmede retributiën en andere belastingen, die niets met het draagvermogen te maken hebben, buiten beschouwing te houden. Ook bij het inkomen moeten allerlei correctiën worden aangebracht. Zoo is bij inkomen uit vermogen en uit arbeid het zuiver inkomen verschillend.
De Gids 1881, Dl. IV, pag. 9.
Mr. P. W. A. Cort van der Linden. De theorie der belastingen 1887 pag.
De Gids Februari 1888; Verspreide Economische geschriften van Mr. N. G. Pierson, 5de deel pag. 258: Boekbespreking van voornoemd werk.
De Economist 1889 pag. 437; A. W. Mees: De progessieve inkomstenbelasting.
Mr. A. J. Cohen Stuart: Bijdrage tot de theorie der progressieve inkomstenbelasting. Proefschrift 's Gravenhage 1889.
Voor de bestrijding op practische gronden van het Benthamsche stelsel, vide: De Economist 1897, Prof. E. A. Rahusen: De regeling der progressie bij gemeentelijke inkomstenbelasting.
De Economist 1890 pag. 259: M. W. F. Treub: Belasting naar draagkracht.
l.c. De Economist 1890: pag. 269.
l.c. De Economist 1890: pag. 271.
W. is dus niet de waarde van I, doch is kleiner dan deze. De waarde van I neemt n.l. door de toevoeging van I. af.
G. T. Fechner: Elemente der Psychophysik 1o deel pag. 236, Brunswijk 1860.
Additional information
Wijck, 23 Maart 1915
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Thijsen, W.P. Bijdrage tot de theorie der Belasting. De Economist 64, 765–782 (1915). https://doi.org/10.1007/BF02210843
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02210843