Skip to main content
Log in

De wisselkoersen

Slotwoord

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. De door den heer K. zoozeer bewonderde Bruno Moll, over wiens theoretische denkkracht o.a. de Oostenrijker Melchior Palyi een minder gunstig oordeel velt dan de heer Keesing, is door Liefmann ook alweer aangevallen met de bewering dat hij: «statt das wirtschaftliche Leben zu beobachten, philosophische Spekulation treibt». Het feit, dat men even onjuiste opvattingen omtrent de quantiteitsleer huldigt als de heer K. zelf (zooals trouwens bij nagenoeg alle Duitsche schrijvers het geval is, daar zij de Oostenrijksche waardeleer niet begrijpen), kan dus ook al niet tegen dat verwijt vrijwaren!

  2. Het getuigt alweer van gebrek aan economisch doordenken, zoo men in dezen verschil meent te zien tusschen vracht en import. Vracht belast alleen de importrekening. Het is volmaakt hetzelfde of Engeland boekt voor invoer van x ton goederen: 1000 £ in eens; of wel: 500 £ inkoop; 500 £ vracht. Om duidelijk te maken, dat ook het bestaan van rentenposten er niets toe doet, plaatste ik ze bovenaan.

  3. De heer van Lutterveld maakt de opmerking: dat er gevallen zijn, waarin het eene land wat «cadeau» ontvangt van het andere, n.l. wanneer het failliet gaat. Dit is natuurlijk volkomen juist, maar doet niets ter zake. Het saldo dat «cadeau» gegeven wordt, kan à plus forte raison geen aanleiding geven tot koersstijging.

  4. Hetzelfde zegt de heer I. de Bruyn in de Econ. Stat. Ber. van 17 Juli, die mij ter hand kwamen, nadat dit geschreven was. Overigens beteekent zijn betoog, in theoretische taal omgezet; dat koersen, door den handel ontstaan slechts tot stand komen, voor zoover er handel is tusschen twee landen, en dat, waar geen handel is, de koers door arbitrage op het juiste peil wordt gebracht. Dat dit juist is, behoeft zeker geen nader bewijs. Erbestaat altijd een waardeverhouding tusschen het ruilmiddel van twee landen; maar die verhouding vindt slechtsuitdrukking wanneer er verkeer is. Is er geen handel, dan zou de koers, ingeval van wijziging in de waardeverhouding, toch op hetzelfde punt blijven staan; dan komt de arbitrage, en doet met dat verschil haar voordeel, tot de koersen weer in evenwicht zijn. Nog verder doorgedacht komt het er op neer, dat landA met zijne productie aanB betaalt, wat het vanC. ontvangen heeft. Hoezeer overigens de verklaring te kort moet schieten, wanneer een algemeen theoretisch gezichtspunt ontbreekt, blijkt wel uit het feit, dat de tegen elkaar opbiedende, Hollandsche houtimporteurs, die tot nu het middenpunt der belangstelling waren, door het stukje van den heer de Bruyn plotseling van de baan zijn geschoven; en dat ook overigens de heeren de Bruyn, Bruins, en v. Lutterveld het allerminst eens zijn over de oorzaken der Zweedsche valutawijzigingen.

  5. Bij het afdrukken komt mij de nieuwe brochure van prof. Verrijn Stuart:De goudkwestie, ter hand. Het verheugt mij er daardoor nog op te kunnen wijzen, dat deze geleerde schrijver geheel dezelfde beschouwing is toegedaan, als hier door mij is verdedigd.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van Dorp, E.C. De wisselkoersen. De Economist 67, 536–548 (1918). https://doi.org/10.1007/BF02210587

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02210587

Keywords

Navigation