References
De heer v. D. gaf zooals hij zegt (zie pag. 27), «om persoonlijke redenen anoniem» in 1897 ook een brochure uit: Vrijhandel of Bescherming in Nederland, door Een Industriëel.
Pag. 198 Editie 1859.
Pag. 204.
De heer v. D. zegt op pag. 39., dat het ongerijmd is te veronderstellen, dat arbeiders en ondernemers dat goud zullen bewaren. Dit beweert niemand. Bekend is het, dat, als een land zijn saldo in goud moet betalen, die transactiën gebeuren door bankiers, die dat goud zenden naar hier, daartegen wissels trekken, en dat dan die wissels in betaling gezonden worden aan hen, die goederen naar het buitenland gezonden hadden. Nooit komt het voor, dat een exporteur goud als retouren ontvangt. Dat goud van de Bankiers gaat naar de Ned. Bank, en als dit op groote schaal gebeurt wordt de rente lager, en stijgen de prijzen.
Grondbeginselen der Staathuishoudkunde, editie 1896 Pag. 10.
Ik verander de cijfers voor de duidelijkheid.
Pag. 24.
Wat de heer v. D. vermeldt (zie pag. 76) is voorgekomen. Gesteund door hooge inkomende rechten, waardoor vreemde goederen geweerd worden, kunnen in Duitschland vele fabrieken de markt aldaar voorzien, ook al is hun productieprijs hooger dan elders. Daar de kosten van fabrikage dalen bij vergrooting van de productie van een fabriek, kan het voordeel geven, die vergrooting toch te maken ook al zou men een gedeelte van de productie, beneden kostprijs, in het buitenland moeten verkoopen ten einde den binnenlandschen prijs niet te drukken.
Zie pag. 42 en ook pag 45.
Ik spatieer.
Zie pag. 64.
Zie: Mr. J. J. J. Harte, Vrijhandel en Bescherming 1900, pag. 97.
Additional information
Rotterdam November 1900
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Mees, M., Quarles van Ufford, J.K.W. Drie stelsels van handelpolitiek, door J. van Dusseldorp A. M. Zn. De Economist 50, 76–87 (1901). https://doi.org/10.1007/BF02210508
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02210508