This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literature
Het volkomen abnormale karakter van deze uitbreiding der bevolking wordt door de schrijvers aldus duidelijk gemaakt. Zij schirjven: „Si le taux d'accroissement, pendant les deux mille années passées, avait été celui du siecle dernier, il y aurait en Europe, aujourd'hui, 10 mille milliards de personnes vivantes, soit un chiffre qui équivaudrait á cinq mille fois celui de la population actuelle du monde entier et qui ferait prévoir, dans toute l'Europe, une densité moyenne un pen supérieure; à celle du „Central London“ d'aujourd'hui“ (bl. 48). En volkomen terecht laten zij daar, iets verder, op volgen: „Une continuation indéfinie de l'accroissement démographique serait désastreuse, et même impossible“.
Met betrekking tot den eersten wereld-oorlog worden de rechtstreeksche verliezen op 6,578 m. m. gesteld voor Europa in totaal, maar het deficit der bevolking, dat op rekening van den oorlog thans komt, op 22,397 m. m. Voor Sovi"et-Rusland komen daar dan nog 26 m. m. bij (bl. 79). Deze cijfers kunnen overigens, natuurlijk, op den tweeden wereld-oorlog niet zonder meer analogice worden toegepast.
Men zie ook „Econ.-Stat. Berichten“ d.d. 25 Oct. 1945, waarin o.a. de Zwitsersche oplossing van dit probleem wordt besproken. (M. Weisglas, Levensmiddelendistributie in het buitenland, pag. 182.)
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Verrijn Stuart, C.A., Lubbers, J.H., De Meester, E.D. et al. Boekbespreking. De Economist 93, 384–397 (1944). https://doi.org/10.1007/BF02209705
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02209705