Literature
Brochure „Prijspolitiek“, Juni 1943.
Zie voor prijsregelingsvoorschriften in 1940 en 1941 ons artikel in „De Economist“ van October 1941.
Vergelijk Economische Kroniek, April 1942.
J.P. de Visser van Bloemen, „Calculatieschema's als richtsnoer bij de prijsbeheer-sching“, „Organisatie en Efficiency“, Mei en Juni 1943.
Art. 1 Prijsvormingsbesluit 1941 luidt: „(1) Een ieder is verplicht de prijzen en vergoedingen voor goederen en diensten van elken aard zoodanig te vormen, dat deze beantwoorden aan de eischen, welke het algemeen belang, in het bijzonder met betrekking tot de oorlogsomstandigheden, stelt. (2) Prijzen, welke hooger zijn dan de volgens het eerste lid geoorloofde, moeten worden verlaagd, ook dan, wanneer zij volgens andere prijsvoorschriften geoorloofd zijn; voor het overige blijven deze prijsvoorschriften van kracht.“ Art. 1. al. 1. Eerste Uitvoeringsbeschikking van het Prijsvormingsbesluit 1941 luidt: „Indien tengevolge van vermeerdering van den omzet de kosten per eenheid verminderd zijn en dientengevolge de netto-winst per eenheid ten opzichte van 9 Mei 1940 is gestegen, moet de prijs dienovereenkomstig worden verlaagd.“
Dr. Mellerowicz, „De la formation des prix dans l'économie dirigée et en particulier des prix unitaires et des prix de groupe“. „Deutsch-Franzősische Wirtschaftszeitschrift“, 1943, November Heft 1 en 2.
Artikel „Groepsprijzen“, „De Zakenwereld“ 8-1-1944.
Prof. Dr. Guido Fischer in „Einheits- und Gruppenpreise“, Leipzig 1943: ...Im allgemeinen besteht das Bestreben, die Zahl solcher Preisgruppen nicht all zu sehr zu vermehren, nm nicht auf Umwegen doch wieder zu dem bisherigen betriebsindividuellen Preis zurűckzukehren. So werden im Regelfall zwei oder drei Preisgruppen gebildet. Nur wenn besondere Verh"altnisse vorliegen, wird die Zahl der Preisgruppen dar űber hinaus vermehrt. Dies ist oftmals notwendig, wenn auf die Rationalisierung der Fertigungsverh"altnisse der Betriebe wenig Einflusz genommen werden kann durch Erfahrungsaustausch innerhalb der verschiedenen Wirtschaftsorganisationen Oder durch Beschaffen und Einf űhren neuzeitlicher Einrichtungen und Arbeitsverfahren, wenn zur Bew "altigung umfangreicher Auftr"age auch kleinere und mittlere Betriebe herangezogen werden m"ssen“ (blz. 94).
„Financieele Dagblad“, 10-1-1944 „Een onderhoud met mr. Schokker“; men zie verder de artikelen „Het Fonds voor de Prijspolitiek“ en „De werkingssfeer van het Fonds voor de Prijspolitiek“ in „E. S. B.“ van 9 en 16-2-1944 doorK. J. Groeneveld, Plv. Chef Hoofdgroep Prijspolitiek bij den Dienst van den Gemachtigde voor de Prijzen.
„Die Deutsche Volkswirtschaft“ nr. 26, Sept. 1943. Volgens dit blad lagen de Nederlandsche prijzen vlak vóór den oorlog gemiddeld 30 tot 40 %, onder de Duitsche prijzen. Er worden echter ook lagere percentages genoemd.
Zie de artikelen over landbouw- en industriepolitiek in het decennium vóór den oorlog van Mr. P. A. Blaisse, „E. S. B.“ van 15 en 22/12 '43.
Adolf Weber, „Kurzgefaszte Volkswirtschaftspolitik“, Berlin 1943, blz. 31 e.v.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Mauritz, A.J.R. De jongste ontwikkeling der geleide prijsvorming. De Economist 93, 97–103 (1944). https://doi.org/10.1007/BF02209672
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02209672