References
Meade J. E.: Trade and Welfare; Oxford 1955.
Fleming M.: On making the best of balance of payments restrictions; Econ. Journal Mrt 1951. De grondgedachte is, dat hoe groter de divergentie is tussen marginaal nut en marginale kosten, des te groter het verlies aan welvaart zal zijn. Dit welvaartsverlies wordt bepaald door de omvang van de divergentie en de daardoor veroorzaakte verandering in handel of productie. Wij nemen voor ons doel eenvoudigheidshalve aan dat zowel het invoerrecht als de geheven omzetbelasting geen nivellerende invloed heeft op invoerrechten respectievelijk omzetbelastingen op andere producten. Zou dit wèl het geval zijn dan zou de analyse aanzienlijk worden gecompliceerd.
Zoals bekend wordt het marshalliaanse elasticiteitsbegrip (ε) uitgedrukt door de formule ε=pΔq/qΔp, waarin p de prijs voorstelt en q de hoeveelheid. Deze formule impliceert dat bij rechtlijnige vraag. en aanbodscurves de elasticiteit langs de curves verandert. Gaat men daarentegen bij rechtlijnige vraag- en aandbodcurves uit van een goniometrisch elasticiteitsbegrip, dan is de elasticiteit op ieder punt van de curve constant.
Additional information
Schrijver is dank verschuldigd aan Prof. Dr J. Tinbergen voor enkele gemaakte kanttekeningen en aan A. van Tilburg, econ. drs, die de verschillende wiskundige afleidingen heeft nagecalculeerd, waardoor ingeslopen fouten konden worden geëlimineerd. De verantwoordelijkheid voor onjuistheden blijft voor de schrijver.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Wemelsfelder, J. Omzetbelastingen en invoerrechten — Een vergelijkende analyse. De Economist 105, 561–575 (1957). https://doi.org/10.1007/BF02206961
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02206961