Skip to main content
Log in

Eerste Gloren

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literature

  1. Verheugen mag men zich ook over het feit, dat het destijds met eenigen ophef hier te lande ontwikkeld denkbeeld, om de moeilijkheden op het gebied van het geldwezen te bestrijden, door aan de bestaande geldsoorten nog een nieuwe, internationale, toe te voegen, kennelijk geen steun heeft gevonden en uitdrukkelijk als een ondeugdelijk middel is afgewezen. Het zou, zooals iemand het onlangs uitdrukte, neerkomen op een poging Munchhausen zich aan zijn eigen pruik uit het moeras te laten optrekken.

  2. Clemenceau op 25 September in de Fransché Kamer.

  3. De heer L. Strauss, schepen van Antwerpen, en leider van de Belgische vrijhandelaars, had reeds in de eerste vergadering van gelijke gezindheid doen blijken, toen hij verklaarde wegens de toelating van Duitschers in de vergadering en den druk van een rapport van Prof. Arndt te Frankfort, waarin het vredesverdrag was ter sprake gebracht, zich van deelneming aan de discussies te zullen onthouden. Zoover gingen de Franschen Althans gelukkig niet.

  4. Enkele van deze (o.a. een tweetal belangrijke rapporten van Prof. Heringa en Ed. Bernstein over de beteekenis van den vrijhandel voor den Volkenbond) werden bij afwezigheid van hun auteurs alleen in druk rondgedeeld.

  5. Die vrije prijsvorming kan ongetwijfeld er toe leiden, dat een deel der beschikbare productieve krachten, waarvoor maatschappelijk nuttiger bestemming had kunnen worden gevonden, wordt besteed aan de vervaardiging van minder noodige luxe-goederen. Daartegen kan echter de belastingwetgever, door goed ingerichte verteringsbelastingen, maatregelen nemen. Ook uit dit oogpunt verdienen wat men dan noemt “weeldebelastingen” thans warme aanbeveling.

  6. Men pleegt daartegenover van Fransche zijde er op te wijzen, dat, niet enkel wegens het feit dat de oorlog op Franschen bodem werd gevoerd, ook in Frankrijk de sociaal-economische toestand thans zeer treurig is. (Zoo b.v. R. G. Levy in the Monde Nouveau van Oct. 1920). Niemand die het betwijfelt. De fout is echter, dat men in Frankrijk meent den toestand te kunnen verbeteren, door den ondergang van Duitschland te bewerken, en niet inziet dat juist omgekeerd het geleidelijk herstel van Duitschland ook aan Frankrijk economisch zou ten goede komen. Altijd weer de dwalingen van het Mercantilisme!

  7. Al voegde hij er bij dat, om de vollé medewerking der arbeiders aan de maatschappelijke voortbrenging te verkrijgen, inwilliging hunner eischen op sociaal-economisch gebied voorwaarde was. Dit punt kan ik echter thans laten rusten. Een opmerking slechts. Vergeten de arbeiders niet te zeer dat het gebouw, welks overneming hun zoo begeerlijk dunkt, ten slotte door het gesmade kapitalisme is opgetrokken? Het kapitalisme is het, waardoor de algemeene welvaart vóór den oorlog gestegen was tot een peil, waarnaar ook de arbeiders thans met begeerige oogen terugzien. Is er eenige wezenlijke waarborg, dat het socialisme het volksinkomen op gelijk peil zal handhaven, en dat, zoo niet, de massa de idëele bevrediging van althans niet meer te werken in een maatschappij, welke een deel van het volksinkomen aan particuliere kapitalisten doet toevloeien, als eén voldoende vergoeding zal beschouwen voor verminderde welvaart in ander opzicht? Kennisneming van de productie in staatsbedrijven welke met particuliere concurreeren stemt tot groote twijfelmoedigheid.

  8. Men denke ook aan den eisch tot hernieuwde levering van ruim 800.000 stuks vee, en aan die tot vernietiging der Dieselmotoren, op grond dat zij voor oorlogsdoeleinden kunnen worden gebruikt. Zal men Duitschland straks allen suiker en alle katoen ontzeggen, omdat daaruit springstoffen kunnen worden gemaakt?

  9. Aangezien de “overtolligen” zich inzonderheid in de steden bevinden, bergt dit feit het gevaar van den gruwel van een burgeroorlog tusschen stad en land in zich.

  10. Norman Angell verzocht met aandrang de vergadering toch te zoeken naar een anderen naam voor deze zaak, om zekere gevoeligheden te ontzien. Wellicht is dit praktisch gedacht. Toch zou ik voor mij de voorkeur geven aan het noemen van de dingen zooals zij zijn. In een rede door Keynes in Januari j.l. te Manchester gehouden zeide hij: “There are two alternative policies in front of us:either revision of the Treaty openly and frankly, or the maintenance of the Treaty and its modification in practice. Personally, I am very strongly in favour of the first alternative, because only by that shall we be able to get back to any degree of truth and sincerity in these matters and have any proper basis for the economic future”. Uitnemende woorden, welke ik gaarne en ten volle onderschrijf. Is trouwens, mag men vragen, de herziening eigenlijk niet reeds begonnen?

  11. Het Britsche Gouvernement heeft, naar men weet, thans in dezen zin besloten.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Stuart, C.A.V. Eerste Gloren. De Economist 69, 747–763 (1920). https://doi.org/10.1007/BF02206329

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02206329

Navigation