This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literature
Voor de trawl-visscherij wordt behoud van het „op deel varen” (aandeel in de opbrengst) in het belang der bedrijfsproductiviteit aanbevolen.
Land- en tuinbouw en veeteelt vallen hierbuiten; ook in dit rapport nemen deze een bizondere plaats in.
Der Revisionismus in der Sozialdemokratie; Amsterdam, M. G. Cohen, 1919, bl. 20.
Sozialistische Monatshefte 1912, II, bl. 668.
Socialistische Gids 1920, bl. 24.
IbidemSocialistische Gids 1919, bl. 421.
Een volmaakt onbeduidend voorbehoud wordt gemaakt: „afdoende waarborgen (moeten) worden verkregen, dat geen publieke lichamen in een uitzonderingspositie zullen worden gebracht ten aanzien der kredietfaciliteiten, indien hun papier volkomen voldoet aan de eischen, die door de Bank aan ander gelijksoortig papier worden gesteld”. Volmaakt onbeduidend is dit voorbehoud (ingegeven door de weigering der Bank, eenige maanden geleden, van onbeperkt crediet aan verschillende gemeenten) omdat G. Vermeer, en met hem de commissie, „niet betwisten, dat dit standpunt in het belang van een gezond geldwezen alleszins te billijken (was)”.
Door dr. Pannekoek inDe Nieuwe Tijd 1919, bl. 553 v.
Het kà zijn, dat het rapport zich iets anders denkt. Hierover onder VI.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Van Blom, D. Kantteekeningen bij het socialisatie-rapport. De Economist 69, 528–548 (1920). https://doi.org/10.1007/BF02206319
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02206319