Skip to main content
Log in

Von Böhm of Sax?

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literature

  1. sic.

  2. Geen beter getuige dan de Sax der “Grundlegung”, blz. 173/74, waar het volkomen juist heet: „Wohl aber liegt ein Bedürfniss vor, ween die Causalverbindung zwischen Mittel und Zweckerreichung auch nur eine irrthümlich angenommene ist, denn der psychische Vorgang und seine Folgen sind da die nämlichen wie bei einem factisch vorhandenen und richtig erkannten Zusammenhange: “eingebildete” Bedürfnisse.”

  3. Sax cursiveert.

  4. T.a.p., blz. 481/2.

  5. T.a.p., blz. 466. Behalve de weggelaten cijferreeks van grond II zijn natuurlijk verder de reeksen in dit schema dezelfde als die van het eerstgenoemde.

  6. Dit is volkomen in overeenstemming met v. Böhm's uiteenzetting, volgens welke beurtelings grond I+II en dan weer grond III den stand van het agio bepalen, al naar mate de graad van onderschatting van toekomstgoed krachtens de eerste twee factoren of krachtens den laatste grooter is.

  7. Sax heeft de verkeerde gewoonte, minstens even vaak opzijn wijs, d.i. metzijn woorden te citeeren als met die van den schrijver. Dat wreekt zich hier jammerlijk. Er is geen sprake van aanhalen van een verkeerde pagina (437), dus van een schrijffout, doch de vergissing is zakelijk en heeft de natuur van een blunder. Op blz. 437 staat inderdaad, dat “diese Art der Wertschätzung immer falsch (ist)”. Doch eerst op blz. 448 verschijnt de onzekere levensduur ten tooneele.

  8. v. Böhm cursiveert.

  9. T.a.p. blz. 38. Vgl. noot 3 op blz. 438 der “Pos. Theorie”, waar v. Böhm zich verweert tegen Bortkiewiecz, die in zijn opstel “Der Kardinalfehler der Böhm-Bawerk'schen Zinstheorie”, aan v. Böhm in de schoenen had geschoven, dat deze aan de objectieve onzekerheid een rol bij het agio-verschijnsel had toegekend, niettegenstaande v. Böhm reeds in den eersten druk van zijn werk de in den tekst vermelde “Auseinandersetzungen im gleichen Wortlaut” had opgenomen. Het kost soms moeite, aan goede trouw te blijven gelooven.

  10. T.a.p. blz. 449.

  11. v. Böhm cursiveert.

  12. T.a.p. blz. 38/9.

  13. Sax cursiveert.

  14. Sax cursiveert.

  15. Sac cursiveert.

  16. De “Buchstabenkritik”, welke Sax, naar wij zagen, elders aan v. Böhm verwijt.

  17. Economist, 1918, blz. 674.

  18. Sax citeert nogal erg vrij, wat bedenkelijk zou kunnen worden; vgl. den tekst bij v. Böhm, blz. 453/4.

  19. T.a.p. blz. 57, cursieve pagineering.

  20. T.a.p. blz. 65 cursief.

  21. T.a.p. blz. 73 cursief.

  22. T.a.p. blz. 454/5.

  23. lk cursiveer.

  24. Een soortgelijke vereenvoudiging brengt v. Böhm aan bij zijn behandeling van de kostenwet, waar hij alleen de verhouding van productieverwante goederen met betrekking tot de gemeenschappelijkegrondstof (rails, spijkers, schoppen, hamers, ketels enz. ten aanzien van ijzer) bespreekt en in een noot zegt: “Geschähe dies nicht, so müsste ich natürlich, nach den... über den Wert komplementärer Güter entwickelten Grundsätzen, einen Teil des Produktwertes auf Rechnung der anderen mitwirken den Güter setzen und dem Eisen nur eineQuote des Produktwertes zuerkennen. Alsdann würden aber ganz dieselben Beziehungen, die im Text rücksichtlich des Wertes des Eisens und des vollen Produktwertes entwickelt werden, zwischen dem Werte des Eisens und jener Quote des Produktwertes stattfinden”, t.a.p. blz. 414. Wat kan er tegen zoodanige vereenvoudiging met reden worden aangevoerd? De analogie met het hanteeren van “Quantität Produktivmittel” als “Arbeitsmonat” ligt voor het grijpen.

  25. Sax cursiveert.

  26. T.a.p. blz. 465.

  27. T.a.p. blz. 61 v.

  28. blz. 330/1 en noot 2 op blz. 331.

  29. Ik cursiveer.

  30. T.a.p. blz. 62.

  31. Sax cursiveert.

  32. T.a.p. blz. 374 v. cursief.

  33. en nu weer Sax.

  34. blz. 181 v. cursief.

  35. Robert Liefmänn's misvatting van de grensnuttheorie, Economist 1918, blz. 92 v.

  36. Vgl. de noot op blz. 461 der “Pos. Theorie”, waar als een der redenen der afwijking van Böhm's eigen standpunt in zake voorraadwaarde wordt aangevoerd, dat bij een “arbeitsteilige Produktion”, het product naar zijn “Geldtauschwert” wordt gecalculeerd en de “objektive Tauschwertsumme” gelijk is aan het product van aantal eenheden met den stukprijs. — Zoo bood hij, onnoodig, aan Sax het aanvalspunt van het nietsamenvallen van grootst product en grootste “Wertsumme”, welk samenvallen op het gebied dersubjectieve waarde, ondanks Wieser's meening, verzekerd mag heeten!

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Bordewijk, H.W.C. Von Böhm of Sax?. De Economist 69, 71–106 (1920). https://doi.org/10.1007/BF02206291

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02206291

Navigation