This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literature
Dat onze gulden (papier) in nagenoeg alle landen een zeer sterk agio doet, is allerminst een bewijs dat one gulden niet gedeprecieerd is; het komt eenvoudig door het feit dat de valuta aldaar waarin onze gulden berekend wordt nog 10 of 20 maal sterker gedeprecieerd zijn dan de onze. Men kan niet zeggen dat men 5 cM. onder water zijnde er feitelijk boven is omdat anderen eenige meters onder het wateroppervlak vertoeven. De zaak is natuurlijk volstrekt niet te verwarren met de depreciatie van het goud tegenover de goederen (dat heel wat grooter is dan van ons papier tegenover goud) zooals zeer vaak geschiedt bij gelegenheden, waar men zulks niet verwachten zoude.
Ik spreek alleen van gewone omstandigheden — niet omdat ik meen dat de economische wetten, waarmede de bankpolitiek rekening te houden heeft in buitengewone omstandigheden buiten werking zijn gesteld, maar omdat ik de vraag of dat zoo is wil uitschakelen en zulks ook gerust kan doen wijl het gelijk men zien zal geheel om “gewone omstandigheden” gaat.
De cursiveeringen zijn van mij.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van Gijn, A. Nieuwe circulatiebankpolitiek?. De Economist 69, 50–53 (1920). https://doi.org/10.1007/BF02206288
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02206288