References
Vgl. F. W. Meyer „der Ausgleich der Zahlungsbilanz“, Jena 1938. Voorh. R. F. Harrod „International Economics“, London/Cambridge 1939.
Dit geldt ook voor de opmerkingen van Dr. Bijl over den invloed van bescherming op de investeeringsmogelijkheden en op de hesparingen (pag. 648–649). Daar schrijft Dr. Bijl, dat als direct gevolg van de bescherming allereerst een investeering mogelijk zal zijn in het arbeidsgebied der beschermde industrie, doch dat deze mogelijkheid slechts tijdelijk is. „Als de nieuwe toestand eenmaal gestabiliseerd is, is er geen reden om aan te nemen, dat in de nieuw verworven industrieen de mogelijkheid voor investeeringen grooter zal zijn dan in andere industrieën“. Hetzelfde herhaalt de schrijver nouurlijg eens op het midden van pag. 649, waar hij schrijft dat een van de gevolgen van protectie is „een vergrooting van de investeerings-mogelijkheden in de beschermde bedrijfstak, die slechts tijdelijk is“. Deze fomuleering kan den indruk wekken dat de schrijver van meening zou zijn, dat protectie de toestand in de beschermde industrie slechts tijdelijk zou verbeteren en dat nieuwe investeeringen door later optredende reacties weer zouden worden teniet gedaan. Dit is natuurlijk allerminst de bedoeling. De schrijver heeft slechts willen zeggen dat een eenmalige verhooging van invoerrechten ook maar een eenmalige vergrooting van investeering in de beschermde bedrijfstak mogelijk maakt. — Overigens is de opmerking van Dr. Bijl van belang in verband met hetgeen ik in noot 4 heb geschreven.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Posthuma, S. De stabiliteit van den internationalen handel. De Economist 91, 199–218 (1942). https://doi.org/10.1007/BF02204180
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02204180