This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
B. V. Damalas, Essai sur l'évolution du commerce international. Blz. 388.
H. Foincaré: La science et l'hypothèse, blz. 2.
G. Bachelard, La formation de l'esprit scientifique, blz. 252.
F. A. von Hayek, Economics and knowledge.
B. V. Damalas, Essai sur l'evolution du commerce international, blz. 47.
Erich Egner, Das Ringen urn die Erneuerung der auszenwirtschaftlichen Theorie in Deutschland, Weltwirtschaftliches Archiv, 48. Band, blz. 5.
idem, blz. 7.
Wei hebben enkele schrijvers — ik kom hierop nader terug — terloops eenige opmerkingen gemaakt over het verband tusschen handelspolitiek en prijsbeweging, c.q. conjunctuurbeloop. Men raadplege voor deze opmerkingen B. V. Damalas, Essai sur l'évolution du commerce international blz. 419 en mijn eigen werkje „Handelspolitiek en prijsbeweging“, blz. 88 en 89. Dit laatste is overigens bij mijn weten het eenige geschrift waarin gepoogd is de vraag naar de aanwezigheid van een zekere regelmaat in de geschiedenis der handelspolitiek aan een onderzoek te onderwerpen.
Jacques Marchand, Un paradoxe economique, La renaissance du mercantilisme à l'époque contemporaine, blz. 212.
M. Ansiaux, Traité d'économie politique, deel III, blz. 80) „D'une façon gén érale, il est permis d'affirmer que la hausse des prix pousse au libre-échange et la baisse des prix à la protection“.
Eugen Boehler in een memorandum over „The improvement of commercial relations between nations“ voor het Joint Committee Carnegie En dowment International Chamber of Commerce, blz. 19: „So experience shows that the tendency to protection rises and falls with rising and falling turnover and prices“.
J. Lescure, Des crises gén'erales et périodiques de surproduction, blz. 589: „à jeter un coup d'oeil sur l'histoire des régimes douaniers on remarque les périodes de prosp érité sont seules les périodes de libéralisme économique. Le protectionnisme grandit partout en période de dépression.
Wagemann heeft in zijn verschillende boeken opmerkingen over deze kwestie gemaakt. Het uitvoerigst houdt hij er zich mee bezig in een artikel Welthandel und Handelspolitik (Vierteljahrshefte zur Konjunkturforschung, 10-Jahrgang, 1935, Heft 1, Teil A.), waar hij tot de volgende conclusie komt: „Bemerterkenswerterweise lassen sich die Wandlungen in der Handelspolitik während der letzten 150 Jahre ganz zwanglos dem Auf und Ab in der langen Welle der Preise einpassen“. Overigens komt hij in zijn Struktur und Rhythmus der Weltwirtschaft tot conclusies (in het bijzonder blz. 370), welke hiermede niet te vereenigen zijn.
Firmin Oulès, Le mécanisme des échanges internationaux et la politique commerciale en temps de crise, blz. 77: „Cependant cette covariation entre la recrudescence du protectionnisme et les périodes de dépression ne laisse pas d'être frappante. Elle incline à penser qu'il y a là plus qu'une coïncidence fortuite, c'est à dire une véritable liaison de cause à effet entre deux séries de phénomènes“.
In de formuleering van Jacques Marchand, Un paradoxe économique, La renaissance du mercantilisme à l'époque contemporaine, blz. 208: „Puisque toute chose subit l'action des autres et réagit sur elles, tout systéme, pour être cohérent, doit embrasser la quasi-totalité de l'activité et de la pensée humaines“.
H. J. de Vleeschauwer: Op den drempel der wijsbegeerte, blz. 35.
S. H. Slichter, Modern economic Society, blz. 786.
Daarom kon Gustav Schmöller schrijven: „Wir werden nichi zuviel behaupten, wenn wir sagen, rein wirtschaftlich sei in der bestimmten Art der Ausführung weder die deiutsche Handelspolitik von 1815-1840 noch die von 1879, noch die von 1891–1894 und von 1902–1906 absolut nötig gewesen; und ähnliches gilt von der englischen Handelspolitik von 1783–1789, von 1815–1840, von 1842–1860, von der französischen, russischen, nordamerikanischen in allen ihren wichtigeren Wendungen“. Grundrisz der allgemeinen Volkswirtschaftslehre, deel ll, blz. 743.
II problema del trend secolare, blz. 40. Wagemann heeft, zij het nog aarzelend en vragend, in zijn „Struktur und Rhythmus der Weltwirtschaft“ gepoogd de verbondenheid der lange conjunctuurgolven met andere maatschappelijke verschijnselen aan te toonen (blz. 368 e.v.). Hij meet o.m. „dasz sich in der langwelligen Aufwärtsbewegung der Wirtschaft die manische Verfassung des wirtschaftlichen, politischen und kulturellen Lebens, in der Abwärtsbewegung seine depressieve Verfassung spiegelt“. Voor hem blijft de laatste oorzaak nog een vraagteeken. (Hiervan getuigt o.m. de volgende passage: „Und deutlich erkennen wir dabei wieder, wie sehr es uns verwehrt ist, selbst in den Dingen, die wir am leichtesten zu meistern glauben, in der materiellen Bedarfsdeckung, letzte Ursachen zu erkennen“.)
Ottokar Lorentz, Leopold von Ranke, Die Generationenlehre und der Gescchichtsunterricht, blz. 209.
Oswald Spengler, Der Untergang des Abendlandes, deel I, blz. 62.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
de Graaff, A. Over de psychologie in de handelspolitiek. De Economist 91, 31–50 (1942). https://doi.org/10.1007/BF02204168
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02204168