Skip to main content
Log in

Het monopoliebegrip bij Franz Oppenheimer in verband met zijn uitbuitingsleer

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatur

  1. Gesteld: zij ware mogelijk. Zij is dat niet.

  2. Vgl. Theorie der reinen und politischen Oekonomie, 1919, blz. 378 v.

  3. Een beter voorbeeld dan steenkool, welker productie op roofbouw steunt en waarvan dus niet kan worden gezegd dat zij behoort tot de „beliebig reproduzierbaren Güter”, ware de veestapel eener volkshuishouding, waarvan èn het kapitaalkarakter èn de on-monopolistische vermeerderheid onomstootelijk vaststaan.

  4. Blz. 228.

  5. Ausweg blz. 51.

  6. Hoe verward Oppenheimer's denkbeelden zijn over het renteverschijnsel, waarover hij den banvloek uitspreekt, leert Mr. Spanjer op blz. 239 v. van zijn proefschrift.

  7. Praktijken tervoorkoming van gevolgen worden niet besproken. Trouwens uit het geheele verband blijkt telkens, dat huwelijk en voortplanting onverbrekelijk zijn samengekoppeld in zijn gedachtengang („the restraint frommarriage”, vgl. noot 1 op bldz. 561).

  8. Oppenheimer is van dezelfde meening: „Die sog. neo-malthusianischen Praktiken, die wohl die Kindererzeugung, aber nicht den Geschlechtsverkehr einschränken, lagen auszerhalb seines Gesichtskreises.” Theorie der reinen und Politischen Oeconomie, 4e druk p. 624.

  9. p. 511 (appendix van 1817). Nadat een Mr. J. Grahame in een boek „An Inquiry into the principle of Population” Malthus geheel ten onrechte had beschuldigd, dat hij „recommended immediate recourse to human efforts to the restraint prescribed by Condorcet for the correction or mitigation of the evil” zegt hij eerst: I have never adverted to the check suggested by Condorcet without the most marked disapprobation. Indeed I should always particularly reprobate any artificiel and unnatural modes of checking population, both on account of their immorality and their tendency to remove a necessary stimulus to industry. If it were possible for each married couple to limit by a wish the number of their children, there is certainly reason to fear that the indolence of the human race would be very greatly increased, and that neither the population of individual countries nor of the whole earth would ever reach its natural and proper extent. Deze laatste zin geeft duidelijk weer („if it were possible...”) dat Malthus het niet „possible” achtte, natuurlijk minder om technische dan om psychologische redenen. En hij zegt zelf, dat if it were possible... de bevolking waarschijnlijk niet slechts niet tegen de voedingsgrens zoude dringen, doch zelfs niet haar natuurlijke en gewenschte uitbreiding erlangen. M.a.w. dat dan zijn these niet meer zou opgaan.

  10. Ik meen al duidelijk te hebben aangetoond dat M. in zijn leer geen rekening heeft gehouden met de preventie in het huwelijk, zooals zij zich in de latere jaren heeft voorgedaan en dus ook niet met de aard der motieven, welke daartoe hebben geleid.

Download references

Authors

Additional information

Oostvoorne, September 1921.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Bordewijk, H.W.C., Ries Het monopoliebegrip bij Franz Oppenheimer in verband met zijn uitbuitingsleer. De Economist 70, 591–619 (1921). https://doi.org/10.1007/BF02203762

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02203762

Navigation