Skip to main content
Log in

Een leerboek der protectie

  • Eerste Deel
  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatur

  1. Schüller verstaat onder “grootste kosten” die der onder de ongunstigste voorwaarden werkende ondernemingen.

  2. Dit bewijs lijkt mij niet klemmend; het is immers niet ondenkbaar, dat bij een reeds onder zeer ongunstige productievoorwaarden werkenden tak van voortbrenging een nog verdere uitbeiding van productie beslag legt op wel iets maar niet veel ongunstiger gebied, terwijl zij bij dusverre zich tot gunstig gebied beperkende bedrijven noodzaakt tot het doen van een grooten sprong naar plotseling veel slechter terrein.

  3. Dit schijnt mij wèl juist, daar Schüller hier, wat hij tevoren (zie de voorgaande noot) verzuimde, spreekt van de productievoorwaarden in het algemeen en niet slechts van die der reeds in gang zijnde bedrijven. Als over heel de lijn van het reeds in actie zijnde plus het nog slechts potentiëel aanwezige voortbrengingsgebied de “verschillen” groot zijn, gaat zijn stelling op, maar het is niet geoorloofd uit het bestaan van groote verschillen op reeds ontgonnen terreinen zonder meer te besluiten tot even groote verschillen op wel ontginbaar, maar nog niet ontgonnen gebied.

  4. Ook de vraag? Hiervoor zie ik geen enkele reden. In een cijfervoorbeeld, dat Schüller ter illustratie geeft, stijgt trouwens het verbruik in het buitenland. Zijn conclusie echter: het invoerrecht veroorzaakt in het binnenland stijging, in het buitenland daling van prijs en voortbrenging beide, kan, meen ik, worden aanvaard, voor het binnenland op de door hem aangegeven gronden, en voor het buitenland voor zooverre daar het aanbod aanvankelijk zal worden vermeerderd met wat nu niet meer elders kan worden gesleten en inzooverred hierdoor prijsdaling en daarna eenige (immers door toeneming van de vraag naar het goedkooper artikel getemperde) vermindering van productie zal intreden.

  5. Waarschijnlijk aldus te verstaan (deze bladzijden zijn — misschien door te veel serreren — niet de fraaiste van het boek): dan zouden de importeurs zich bij levering van het artikel een verlies hebben te getroosten, overeenkomstig het bedrag van het recht.

  6. “Infolge dieser Herabsetzung des Preises im Auslande”, zegt Schüller. Hij bedoelt wellicht, dat in het veronderstelde geval in het buitenland de vraag zal toenemen doordat het aanbod stijgt met wat elders niet meer dan met verlies (of sterk geslonken winst) kan verkocht worden en hierdoor de prijs gedrukt wordt. De dan te wachten inkrimping van productie kan echter de prijsdaling weder opheffen en het verbruik terugdringen binnen de oude grenzen. Voor Schüller's slotsom trouwens (dat prijsstijging zal intreden doordat het gezamenlijk aanbod kleiner zal zijn geworden dan de vraag) kunnen de prijsdaling in het buitenland en de toeneming daar van het verbruik gemist worden, want de bestaande verhouding tusschen vraag en aanbod zal reeds door afneming van het aanbod (veroorzaakt door de op export geleden verliezen) verbroken zijn.

  7. Naar het mij voorkomt, ten onrechte: hoe sterker de binnenlandsche voortbrenging wordt vergoroot, des te minder wordt uit het buitenland ingevoerd, en des te kleiner zal het aan invoerrechten geheven bedrag zijn!

  8. Of zij theoretisch juist is, meen ik te mogen betwijfelen: van internationaal standpunt beschouwt men immers de landsgrenzen juist als niet bestaande en heeft dus de overweging, dat aan het eene land, in percenten van zijn voortbrenging uitgedrukt, de invoer uit den vreemde meer schade toebrengt dan hij voordeel bezorgt aan het exporteerende land, percentsgewijs naar diens totale productie becijferd, geen redelijken zin.

  9. Bl. 163 der “Discussions” (Anvers, Imprimerie J. E. Buschmann, 1910).

  10. No 123. Denos 122 en 123 hebben in Januari 1912 “het verband tusschen in- en uitvoer” opnieuw behandeld naar aanleiding van in den laatsten tijd vernomen protectionistische tegenargumenten. Deze twee blaadjes waren, het zij ten overvloede opgemerkt, niet van de hand van schrijver dezes.

Download references

Authors

Additional information

“Schutzzoll und Freihandel. Die Voraussetzungen und Grenzen ihrer Berechtigung. Von Dr. Richard Schüller, Privatdocent der Universität Wien.” 1905. Wien, F, Tempsky; Leipzig, G. Freytag.

De schrijver zelf gaf in de “Revue Economique Internationale” van 1909, II bl. 39 v. een samenvatting van zijn theorie onder den titel “distinction entre les droits d'entrée économiquement avantageux ou préjudiciables.”

Op het vrijhandelscongres te Antwerpen (1910) — dat hij lid was van dit congres, is op zichzelf reeds teekenend! — deed hij een, wellicht door het verzet van Brentano, niet geslaagde poging om het congres zich te doen uitspreken voor een “hernieuwing” der vrijhandelstheorie. Zie beneden bl. 35 v.

In “de Economist” van 1896 I bl. 320 v. besprak G. een vroeger boek van Schüller: “Die klassische Nationalökonomie und ihre Gegner”.

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van Blom, D. Een leerboek der protectie. De Economist 62, 1–46 (1913). https://doi.org/10.1007/BF02203025

Download citation

  • Published:

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02203025

Navigation