Literatur
Marktform und Gleichgewicht, 1934.
H. Haller, Der Erkenntniswert der Oligopoltheorien, Jahrbücher für Nat. ök. und Stat. 1950.
P. B. Kreukniet, Aanvaardbare mededinging, Intreerede Leiden, 1951, blz. 10. Ook H. W. Lambers heeft zich in zijn Rotterdamse diësrede in gelijke geest uitgelaten. (Marktstrategie en mededinging, De Economist, 1950, blz. 808).
R. L. Hall en C. J. Hitch, Price Theory and Business Behaviour, Oxford Economic Papers, 1939, no. 2, blz. 22. P. M. Sweezy, Demand under Conditions of Oligopoly, Journal of Political Economy, 1939. De verhandeling van Hall en Hitch verscheen in Mei, het artikel van Sweezy in Augustus.
W. Fellner, Competition among the Few, 1949, blz. 182.
Althans volgens G. J. Stigler, The Kinky Oligopoly Demand Curve and Rigid Prices, Journal of Political Economy, 1947.
Price Theory and Oligopoly, Economic Journal 1947.
Hiermee werd voortgebouwd op het werkvan Zeuthen. De theorie is in volle omvang uiteengezet en op de arbeidsmarkt toegepast in „De loonvorming in de moderne volkshuishouding”, 1950.
Sporen van agnosticisme treft men b.v. aan bij Kreukniet, t.a.p. blz. 11.
Op dit element van de verbazing is door Shackle een zeer interessante theorie gebouwd. Vgl. hierover „De loonvorming in de moderne volkshuishouding”, blz. 243 e.v.
Deze stelling is niets anders dan een variant van hetgeen Zeuthen voor de arbeidsmarkt heeft gevonden. Vgl. het laatste hoofdstuk van zijn Problems of Monopoly and Economic Warfare, 1930.
Dit wordt ook wel ontkend, b.v. door L. G. Reynolds, Relations between Wage Rates, Costs and Prices, Am. Ec. Rev. 1942, blz. 276 e.v. Hij acht dit gevaar door de aanwezigheid van een „respectabele” oorzaak niet verminderd.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Pen, J. Oligopolistische agressie. De Economist 99, 417–432 (1951). https://doi.org/10.1007/BF02202686
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202686