This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literatur
„„Waarde-vrijheld” of ware vrijheld voor de economie”, „Economie”, Juli 1950 en „De „geformaliseerde” economische theorie”, „Economie”, Aug. 1950.
„Het waarde-oordeel in de theoretische economie”, „De Economist”, Sept. 1948.
Fred. L. Polak: „Kennen en keuren in de sociale wetenschappen”, 1948.
H. ten Doeschate: „Het probleem van het wetenschappelijk waarde-oordeel in de economie”, „De Economist”, Juli/Aug. 1949 en F. Hartog: „Is een normatieve economische theorie wenselijk of noodzakelijk?”, „De Economist”, Jan. 1950.
Door de omstandigheden gedwongen, verschijnt mijn huidlge reactie trouwens eveneens in een ander tijdschrift dan dat, waarin de beschouwingen van mijn opponent zijn gepubliceerd. Dit lijkt mij voor dit geval niet zo erg, omdat de onderhavige polemiek in „De Economist” is begonnen.
De nummers tussen haakjes verwijzen naar de bladzijden van de onder noot 1 bedoelde „Economie”-artikelen.
De nummers tussen haakjes met Romeinse twee verwijzen naar de bladzijden van mijn artikel in „De Economist” van Jan. 1950.
„Economie”, Mei/Juni 1948, biz. 409.
J. Zijlstra: „Een waarde-oordeel over het waarde-oordeel in de economie”, „De Economist”, Oct. 1949, blz. 759.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Hartog, F. Natuurwetenschappelijke, formele of intuïtleve economie?. De Economist 99, 374–380 (1951). https://doi.org/10.1007/BF02202680
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202680