Literatur
J. E. Meade and P. W. S. Andrews, Summary of replies to questions on effect of interest rates (Oxford economic papers, 1, 1938, 14–31).
P. W. S. Andrews, A further inquiry into the effects of rates of interest (Oxford economic papers, 3, 1940, 32–73).
J. F. Ebersole, The influence of interest rates upon entrepreneurial decisions — a case study (Harvard business review, 17, 1938, 35–39).
J. Tinbergen, Statistical Testing of Business Cycle Theories (Genève, 1939).
L. R. Klein, Studies in Investment Behaviur (National Bureau of Economic Research, New York, 1949).
Zie voor de bespreking van dit onderdeel van zijn theorie G. von Haberler: Prosperity and Depression, United Nations, 3rd ed. 1946 Ch. 2 § 3. Naast de daar genoemde werken zijn van de later verschenen geschriften van belang: het herziene Currency and Credit (London-New York-Toronto), 4e druk 1950, part I, m.n. p. 69 e.v., Economic Destiny (London-New York-Toronto, 3e druk 1946), ch. V en VII.
Cf. G. von Haberler, Prosperity and Depression, p. 352 e.v.
Een ondernemer is prijszetter aan afnemerszijde, als hij de prijzen van zjjn producten vaststelt en aan zijn afnemers overlaat de hoeveelheid vast te stellen, die zij bij die prijzen wensen te kopen. Hij is hoeveelheidsaanpasser aan afnemerszijde, als hij de hoeveelheden vaststelt, die hij wenst te verkopen en aan het marktproces de prijzen overlaat, die zijn producten opbrengen. Zie J. Tinbergen, Beperkte Concurrentie, p. 20. (Leiden 1946).
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Theil, H., Van Schaik, W. Resultaten van een enquete betreffende gedragingen van ondernemers. De Economist 99, 337–373 (1951). https://doi.org/10.1007/BF02202679
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202679