Literatur
Vgl. Y. Edgeworth, Mathematical Psychics. London 1882; V. Pareto, Manuel d'économie politique. Paris 1909; J. R. Hicks, Value and capital. Oxford 1939.
Vgl. par. 11.
H. P. W. van Ravestijn, Beleggingspolitiek en risicoverdeling, Leiden 1942, onderscheidt exogene natuurlijke en sociale risico's en endogene economische (blz. 11 v.v.). Onder de exogene sociale risico's noemt hij o.a. diefstal, oorlogsgeweld, e.d. Wij rekenen deze onder de technische risico's, daar zij niet de waarde en de bruikbaarheid, maar de dingen zelf en de eigendom daarvan aantasten. De meeste dezer risico's zijn verzekerbaar, zelfs die, welke hoogst zelden effectief worden als vulkaanschaden, cycloonschaden, explosieschaden, oorlogs- of revolutiemolest. In ieder geval is onderlinge dekking mogelijk, als het draagvlak maar groot genoeg is: die rampen doen zich niet overal tegelijk voor en niet altijd als men ze dacht
Zie Deel I, par. 6.
M. J. H. Cobbenhagen, De reservevorming en haar betekenis voor kapitaalvorming en kapitaaldistributie. De Naamlooze Vennootschap Mei 1929, Opgenomen in Bedrijfseconomische Studiën. Haarlem 1932. Blz. 442.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Polak, N.J. Enige grondslagen voor de financiering der ondernemng. De Economist 99, 261–303 (1951). https://doi.org/10.1007/BF02202674
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202674