This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literatur
Vgl. Deel I, par. 7 en 8.
Vlg. Deel I, par. 79 en 80.
Dat de investering veelal aan de beschikbaarstelling op lange termijn voorafgaat, (vgl. Deel I par. 82 en 85) doet hier niet ter zake. Zie ook hierna par. 7.
Vgl. Deel I, par. 3–5.
Vgl. Deel I, par. 19–21.
Vlg. Deel I, par. 19.
Vgl. Deel I, par. 20.
Vgl. Deel I, par. 57 en 80.
Vgl. Deel I, par. 21.
Vgl. F. A. Hayek, Profits, interest and investment. London 1939; L. von Mises, Theorie des Geldes und der Umlaufsmittel, München 1912; L. J. Zimmerman, Sparen, beleggen en investeren in de economische literatuur, 's-Gravenhage 1941.
T.a.p. blz. 184.
D. H. Robertson, Banking policy and the price level, London 1926.
Dit exposé is in dank ontleend aan gesprekken met Prof. Mr J. G. Koopmans. Vgl. ook P. Lieftinck, Vrijwillig of gedwongen Sparen, „E.-S.B.” 6 Maart 1940, blz. 177.
J. M. Keynes, How to pay for the war. London 1940.
P. P. van Berkum, Kapitaalmarkt, dividendcontrôle en herkapitalisatie, „E.-S.B.” 2 April 1941, blz. 220 v.
P. P. van Berkum, Het vraagstuk van de dividendbeperking, „E.-S.B.” 16 Juli 1941, blz. 428 v.
Vgl. Deel I, par. 7–9.
Vgl. Deel I, par. 10 en 45.
„E.-S.M.” 26 Februari 1940, blz. 25, noot 1.
„E.-S.M.”, 30 Maart 1940, blz. 49.
Vgl. Deer I, Par. 85.
Vgl. Deel I, par. 28.
Vgl. Deel I, par. 13, 16 en 27.
Vgl. Deel I, par. 21.
Vgl. Deel I, par. 42.
Vgl. Deel I, par. 41.
Vgl. J. W. Beijen, „Welke zijn de oorzaken en de gevolgen van de daling van de rentestand?”, Prae-advies voor de Vereniging voor de Staathuishoudkunde en de Statistiek 1938. Hier wordt onderscheiden tussen financiering van de kapitaalvorming (in de zin van nieuwe investeringen) en financiering van het kapitaalbezit (in de betekenis van overneming van reeds aanwezige kapitaalgoederen).
L. A. H. Enthoven, Het bedrijfseconomisch beginsel. In Bedrijfseconomische Opstellen, aangeboden aan Prof. Th. Limperg Jr. Groningen, Batavia 1939. Blz. 279. Vergelijk ook de definitie van het economisch motief bij S. Kleerekoper, Bedrijfseconomie. Amsterdam 1934: blz. 19: „In zijn streven naar welvaart zal de mens steeds trachten een zo groot mogelijk overschot van opbrengst boven offer te verkrijgen”.
Van Ravestijn, t.a.p. blz. 46.
Van Ravestijn, t.a.p. blz. 45.
Additional information
Het navolgende is gevonden in de nagelaten papieren van Professor Dr N. J. Polak. Het is een deel van een groter werk, waarvoor echter buiten het hierna opgenomen fragment slechts losse aantekeningen aanwezig waren.
Het hierbij gepubliceerde gedeelte van het manuscript van Professor Polak vertoont zozeer de tekenen van rijpheid, dat de mogelijkheid tot kennisneming aan de beoefenaren van de wetenschap m.i. niet mag worden onthouden.Het is echter duidelijk, dat het een fragment — zij het een goed afgerond fragment — betreft.
Aan de tekst, zoals deze in het manuscript werd gevonden, is niets gewijzigd. De figuren 4 en 5 zijn aan de hand van de tekst door mij toegevoegd. B. Pruijt.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Polak, N.J. Enige grondslagen voor de financiering der onderneming. De Economist 99, 161–202 (1951). https://doi.org/10.1007/BF02202667
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202667