Skip to main content
Log in

Surinaamsche aangelegenheden

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Waarover zie Economist p. 232. Men zie ook zijn met die voordracht overeenstemmend artikel in het «Tijdschrift van Ned.-Indië» van Februari jl.

  2. Minder dunkt ons, voor de ontwikkeling der kolonie, die hun begrijpelijkerwijze vrij onverschillig zal zijn, dan wel in de hoop met hunne kapitalen zeer groote winsten te behalen.

  3. In «het Vaderland» van 5 en 26 Mei en 26 Juni schreef hij nader over het door hem voorgestane Hoenderpark, over eene Hollandsche kolonisatie, over vruchteninmaak en koffiecultuur en sprak met warmte over de Vereeniging voor Suriname. Zie ook zijn artikel in «het Vaderland» van 22 Oct. Het is te hopen dat hij kennis zal nemen van de bedenkingen tegen zijne plannen, speciaal wat de Boeren-kolonisatie betreft, in «Onze West» no 46 ingebracht.

  4. Amsterdam. 1887. Op verzoek van Koning Willem III samengesteld.

  5. Bij de begrootingsdisccussiën op 12 Juli—zie «Onze West» no 83—werd er op gewezen dat in Demarara wel degelijk immigranten op de groudvelden werken. Ook werd er op gewezen dat de koelieaanvoer in de Eng. kolonie veel minder kost dan in de Nederlandsche.

  6. Blijkens hetgeen «Onze West» no 47, van 12 Maart jl, uit het jaarverslag van den Gouverneur van Britsch Guyana mededeelt, bedroeg het aantal Britsch-Indische immigranten in die kolonie op het einde van 1897 116.700. Toch bestaat er nog behoefte aan meerdere werkkrachten en werden weder vergeefsche pogingen aangewend om deze van het naburige, overbevolkte Barbados te verkrijgen. De Barbadiaansche arbeiders willen zich echter niet op contract voor langen tijd verhuren.

  7. Ter nadere adstructie der wenschelijkheid dat Engeland ons in dit opzicht ter wille mocht zijn, zij ook op het volgende gewezen. Suriname's oud-Gouverneur van Asch van Wijck zei ons, naar aanleiding van het voorkomende op p. 229 van den Maart-Economist, dat hij, hoe groot voorstander ook van eene immigratie van Javanen, het voor Suriname zou betreuren zoo de aanvoer van Britsch-Indische koelies ophield, omdat deze veel sterker zijn dan de Javanen en voor het vele polderwerk beter geschikt. Nog wees hij er op dat bij alle inmigratie van koelies steeds de eisch is dat voor elke 100 mannen steeds minstens 40 vrouwen aanwezig moeten zijn. Uitmuntend uit een zedelijkheidsoogpunt, maar het verhoogt de kosten van aanvoer aanmerkelijk. Verder herinnerde hij er aan dat, ook blijkens de koloniale verslagen, reeds vrij velen na ommekomst van hun contract in de kolonie bleven en zich hoofdzakelijk aan den kleinen landbouw wijdden. Velen echter keerden met het gedurende hun vijfjarig contract overgegaarde, dat soms 1000 of 1200 gulden beliep, naar hun land terug. (Zie hierbeneden meer hierover). Dat de Javanen het in Suriname goed hebben, blijkt ook uit hetgeen «Onze West,» een artikel van den «Javabode» bestrijdende, in no 63 kon mededeelen. In no 101 bericht «Onze West» op nieuw de aankomst van 115 Javanen, waaronder 37 vrouwen.

  8. Is het alarmeerend bericht in «Onze West» no 102, dat de voor Suriname zoo belangrijke Cacao-cultuur door eene ziekte, «krullooten» geheeten, ernstig wordt bedreigd, juist, dan zal Dr. Wigman spoedig kunnen bewijzen van hoe groot practisch nut zijne overkomst voor de kolonie is zoo het hem gelukt die ziekte tot staan te brengen en het rechte geneesmiddel er tegen aan te geven.

  9. Dit ligt aan de Surinamers zelven. Waarom treedt de «Plantersvereeniging» niet telkens wanneer het pas geeft met kracht en eenheid op?

  10. Dit voorbeeld bewijst dan toch, dunkt ons, dat het gouvernement voor billijke klachten niet doof is.

  11. Zoo oordeelt ook de heer Wesenhagen in zijn hieronder te vermelden jongste geschrift.

  12. Herinnerd worde dat in onze dagbladen, speciaal de Haagsche, schier dagelijks van die Tentoonstelling en die Congressen sprake was en dat gedurende de Tentoonstelling van wege het bestuur een blaadje werd uitgegeven: «Vronwenarbeid,» waarin over dat alles geregeld verslag werd gegeven. Catalogi en tal van andere stukken stonden ook den bezoeker ten dienste, terwijl in iedere afdeeling steeds personen werden aangetroffen, bereid om de gevraagde inlichtingen te geven. Over de wijze waarop op meerdere dier Congressen het «vrouwenvraagstuk» werd besproken, over de radicale denkbeelden daarbij door sommigen genit, zonden gewis heel wat aanmerkingen te maken zijn. In den «Ned. Spectator» van 17 Sept. kwam Prof. P. J. Blok in zijn «Te veel!» dan ook op tegen den overdreven lof door eenigen over die Tentoonstelling en Congressen uitgesproken, en teekende protest aan tegen den door sommigen aangepreekten geest van omkeering en omverwerping. Hij eindigde met ongeveer deze woorden: Moge het Nederl. volkskarakter opkomen tegen het streven om Amerika na te volgen en zoo de schromelijke overdrijving, de afgoderij, dezen zomer met de «vrouwenbeweging» gepleegd, keeren, met behoud van het goede, dat ligt opgesloten in het streven om ook aan de vrouw de middelen te geven, waarmede zij den strijd om 't bestaan op hare wijze kan volhouden. Tegenover het vele dat tot lof van het op die congressen gesprokene is verkondigd, kwam het niet onnut voor ook eens op zulke woorden te wijzen. Tevens worde echter gewezen op de tegenspraak in den Spectator van 24 Sept. door drie bestuurderessen der Tentoonstelling gegeven, waarop Prof. Blok in den Spectator van 15 October kortelijk repliceerde. Daarbij worde echter ook herinnerd 1° aan den in «het Vaderland» van 4 October opgenomen brief van Dr. E. A. Keuchenius, waarin hij van christelijk en antirevolutionaar standpunt opkomt tegen veel van het op die congressen over de vrouwenbeweging verkondigde, en 2° aan het in dat blad van 6 October daarop door Mevrouw Goekoop gegeven antwoord, dat aanleiding gaf tot eene repliek van Dr. Keuchenius in het nummer van 9 October. Onder het hoofd: «De voorbijgegane Tentoonstelling» komt in datzelfde nummer van 6 Oct. een goed stuk voor over hetgeen Tentoonstelling en Congressen leerden en voor de toekomst beloven.

  13. Niet meer dan «eenig.» Zie ook in «Onze West» no 92 het uit de «Nieuwe Rotterdamsche Courant» overgenomen stukje.

  14. Mogelijk is dit te wijten aan den wel wat hoogen prijs van het boekje. Bij de nog niet zeer groote belangstelling in onze West-Indische koloniën zullen vermoedelijk velen 50 cts. voor zulk een souvenir aan de Tentoonstelling wel wat veel hebben gevonden. Dit geldt ook van eenige andere gedrukten, welke den bezoekers werden aangeboden. 10 cts. voor een duidelijken Plattengrond en 40 cts. voor een Catalogus van 427 blz. was zeker niet te duur. Maar 50 cts. voor het «Souvenir aan de Industriezaal,» hoe belangrijk en leerzaam ook de verslagen zijn, door Mej. Sparnaay bijeengebracht, en 30 cts. voor den «Gids voor Insulinde», hoe aardig ook de daarin gegeven 16 illustratiën zijn, zullen velen wel wat hoog zijn voorgekomen. Ik getroostte mij die uitgave omdat ik gaarne een blijvend souvenir aan die mij zeer interesseerende Tentoonstelling bezat. Maar mij dunkt dat die stukken meer het oogmerk zouden hebben bereikt waarmede zij werden uitgegeven, dus in meerdere handen zouden zijn gekomen en daardoor meer nut zouden hebben gesticht, zoo zij, desnoods met opoffering van het min of meer luxueuse in de nitvoering, voor minder prijs waren verkrijgbaar gesteld. Nu ik met deze opmerking toch over de Tentoonstelling in het algemeen aan het spreken ben geraakt, moet mij nog eene andere opmerking van het hart. Zeer interesseerde mij de wel wat overvolle zaal aan het «Maatschappelijk werk» gewijd. Was het bedroevend aldaar onder de rubriek «Sociale misstanden» de opgaven van «vrouwenhongerloonen» te zien, hartverheffend en getuigend voor het mensch- en dierlievend karakter onzer natie was het op eene tafel de verzameling te zien van niet minder dan 173 Verslagen, Statuten, enz. van Vereenigingen ten behoeve van kinderen, volwassenen en dieren. Zeker had onder die rubriek nog heel wat meer kunnen zijn opgenomen en behoorde niet alles tot het philantropisch gebied. Maar voor den philanthroop was het toch eene zeer merkwaardige verzameling, die wij hopen dat bijeen zal blijven, bv. met andere op de Tentoonstelling betrekkelijke stukken eene plaats zal krijgen in onze Kon. Bibliotheek. Nu kon men wel in den Catalogus, p. 74 enz., de opgave van al die stukken lezen; maar niet ieder had steeds dat dikke boek in de hand en het komt ons voor dat het wenschelijk ware geweest boven die tafel eene duidelijke, in rubrieken verdeelde lijst van al die stukken op te hangen opdat den bezoeker een overzicht van dit alles werd gegeven. Deze opmerking wordt gemaakt in de hoop dat men bij volgende tentoonstellingen, waar het pas geeft, op zoo iets bedacht zal willen zijn.

  15. Zie daarover ook, «Onze West» van 26 Februari, no 43, 46, 60.

  16. In no 99 deelt O. W. de warme woorden mede door het Oostindisch blad «Soerja Soemirat» aan die openingsrede gewijd. Hetzelfde blad deelt de goede woorden mede door den Minister van Koloniën in het feestnummer van de «Soldatenkrant» bij het portret der Koningin geschreven.

  17. Blijkens O. W. nos 56 en 58 gaven eenige cacaoplanters blijken van energie door het invoeren van Gordon's Cacaodroger.

  18. Zie Onze West no 89, 92, 102 enz. In den brief uit Paramaribo in de «N. Rott. Ct.» van 14 October, 1e, A, vindt men breede nittreksels nit het verslag der Staten en het Antwoord van den Gouverneur over die conceptbelasting-verordeningen.

  19. «Ten koste van alles.» Is dat geen overdrijving? De Kol. Staten, die de begrooting met algemeene stemmen aannamen, schenen ook van die meening.

  20. Zie naar aanleiding van die Tentoonstelling meerdere stukken in O. W., o. a. in no 100 over Bijenteelt.

  21. Van «de Economist» werd daarbij echter geen melding gemaakt.

  22. Zie daarover ook p. 55.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Quarles van Ufford, J.K.W. Surinaamsche aangelegenheden. De Economist 47, 820–845 (1898). https://doi.org/10.1007/BF02202418

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202418

Navigation