This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
Het in Juni jl. verschenen, hieronder te bespreken jaarverslag getuigde hoe diep dat heengaan door de Vereeniging werd betreurd.
Zie o. a. zijn: «Chamberlain's Z.-Afrik. politiek» in de «Vragen des Tijds» van Mei 1896.
Over zijn nieuwe reis naar Zuid-Afrika in 1898 zal hij ook wel spoedig aan het publiek eenige mededeelingen doen.
Zie over dezen o. a. den brief uit Pretoria in «het Vaderland» van 26 Augustus.
Zie o. a. ook het «Vaderland» van 5 Juli over den voorgenomen tocht naar Swazieland. Zie daarover en over andere Zuid-Afrikaansche aangelegenheden ook den brief uit Pretoria in «het Vaderland» van 11 Augustus.
Ook niet in alle opzichten van Kruger. In «Dagblad van 7 Mei jl. in zijn bemeikingen over handelingen van de Transvaalsche Regeering, zegt hij dat zijne bewondering voor dezen vermindert, dat hij te autocratisch wordt, dat zijn niet verminderen der dynamietprijzen verkeerd is, enz.
In 1896 bedroeg het 1841, maar is nu gedaald tot 1665.
Zie o. a. den brief uit Pretoria in het «Vaderland» van 30 Juni jl., eindigende met eene ernstige waarschuwing tegen onberaden emigratie naar Zuid-Arika.
Zie daarover meer op blz. 27 en in Bijlage VII.
In het «Vaderland» van 7 Juli wordt die Bond warm aanbevolen.
Zie daarover ouk onze Kol. Kroniek in «de Economist» van Maart 1897, p. 258.
Vreemd dat tijdens de verschijning der eerste aflevering die naam alleen bekend was uit het Prospectus van het werk en noch op het titelblad, noch onder de inleiding werd vermeld. Eerst op het omslagvel der in Juli jl. verschenen 2de aflevering komt hij voor. Men verwarre den schrijver J. F. van Oordt niet met den hier te lande beter bekenden historicus Dr. van Oordt, onzen vroegeren thans in Zuid-Afrika gevestigden landgenoot. Deze heeft echter, blijkens het Prospectus. aan zijn naamgenoot zijne medewerking bij den door dezen ondernomen arbeid toegezegd.
Dat de raadpleging met den niet zeer mededeelzamen Kruger niet veel oplevert, blijkt uit menige plaats in het werk.
Zoo werd in Juli geschreven. Thaus, zie infra, kon ook nog van de derde aflevering melding worden gemaakt.
Met hetgeen van Oordt daarover mededeelt, vergelijke men hetgeen Dr. Spruyt daarover schreef in zijn boven besproken, door het Nut uitgegeven boekske.
Voor zoover die reeds bekend is na de nog voorloopige onderzoekingen van Prof. Molengraaff en uit de mededeelingen van het mijn-departement.
Wijlen de diep betreurde vertegenwoordiger der Transvaal, Beelaerts, deelde ons mede dat de Boeren er niet zelven het land bewerken, maar dit immer door Kaffers laten doen.
Nu ook der derde. Zie infra.
Juli 1872 tot 1877.
Z. p. 181.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Quarles van Ufford, J.K.W. Nieuwe uitgaven. De Economist 47, 656–670 (1898). https://doi.org/10.1007/BF02202407
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02202407