Skip to main content
Log in

De Engelsche wetgeving op den Kinder- en Vrouwenarbeid in fabrieken en werkplaatsen

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatur

  1. Behoudens nochtans een tweetal uitzonderingen. Het attest van een certifijing surgeon geldt ook voor een andere fabriek van denzelfden eigenaar in hetzelfde district (art. 16 der wet van 1844). Het is eveneens van kracht voor andere fabrieken eener bepaalde categorie in hetzelfde distrikt, indien de regeering op grond van de cischen vau dcze of genen tak van nijverheid zulks bepaalt. (Bijl. no 25e der F. A. van 1867).

  2. Art. 11 der wet van 1833 jcto art. 8–17 en Bijl. A. der wet van 1844

  3. Rapport, bl. LXX.

  4. T. a. p., bl. LXVIII en CII no. 80.

  5. Art 39 jeto Bijl. 2 § 2 van het regeeringsontwerp.

  6. T. a. p., art. 25–27.

  7. Rapport, t. a. p., no. 84.

  8. Art. 28 al. 1 en 4 van het regeeringsontwerp.

  9. Rapport, Bijl. C. bl. 95

  10. Vr. 9898.

  11. Vr. 11, 451.

  12. Vr. 9617.

  13. Vr. 1329.

  14. Vr. 9254.

  15. Rapport, bl. LXIX en CII no. 80 en 81.

  16. Art. 25 al. 1 en 28 al. 2 en 3 van het regeeringsontwerp.

  17. Rapport, bl. LXXII en CIII no. 88.

  18. T. a. p., bl. LXX en CII no. 81.

  19. Art. 65–67 van het regeeringsontwerp.

  20. In dc October-aflevering van dit tijdschrift, bl. 962 vlg.

  21. Art. 18 der wet van 1844, jcto. Bijl. no 9 der F. A. van 1867, waar het voorschrift van eerstgenoemde wet uitdrukkelijk niet toepasselijk wordt verklaard.

  22. Art.4 der wet van 1864 en der F. A. van 1867.

  23. Bijl. 10 der F. A. van 1867, met toepasselijkyerklaring op de fabrieken vallend onder de wet van 1864.

  24. Art. 19 der wet van 1844.

  25. Art. 9 der F. A., jcto art. 8 der W. A. van 1867.

  26. Art. 10 der W. A. van 1867.

  27. Art. 19 der Sanitary act. van 1866.

  28. Rapport, bl. LXXIII vlg. en CIII no. 89–93; art. 3 en 4, 34 en 35 van het regeeringsontwerp.

  29. Art. 10 der F. A. van 1867.

  30. Art. 20 der wet van 1844.

  31. Art. 21 der wet van 1844, jcto art. 4 van die van 1856. Eenerzijds zijn door art. 10 der F. A. van 1867 de kantfabrieken ten deze vrijgesteld; anderzijds is door Bijl. 24 dierzelfde wet aan de regeering de bevoegdheid verleend, voor bepaalde categoriën van fabrieken in dit opzicht bijzondere voorschriften te geven.

  32. Art. 43 der wet van 1844.

  33. Art. 22–24 der wet van 1844, jcto art. 7 der wet van 1871.

  34. Rapport, bl. LXXV vlg.en CIII no. 95 en 96.

  35. Art. 5–8, 29 en 30 van het regeeringsontwerp.

  36. Ik bedoel het school certificate book en het age certifying book. Bovendien moet in elk fabriek gehouden worden een regiater volgens wettelijk formnlier, dat echter door de regeering kan worden gewijzigd. En wel afzonderlijk voor jengdige persouen en vrouwen en voor kinderen; en voor deze lautsten weder afzonderlijk voor die der morning of afternoon sets en der alternate days sets. Die formulieren bevatten een volledig overzicht van wat de fabriek en de beschermden betreft (art. 27 en Bijl. B. der wet van 1844, jcto art. 18 der wet van 1874), terwijl bovendien omtrent de inschrijving bij toepassing van nitzonderings bepalingen de voorschrifteu verspreid liggen in the verschillende wetten.

  37. Art. 9 der Health and morals act van 1802.

  38. Art. 17 en 19 der wet van 1833.

  39. Art. 5–7 der wet van 1844.

  40. Art. 3, 8, 27 en 45 der wet van 1844.

  41. Art. 3 der wet van 1871.

  42. Rapport, bl. LXXXVIII vlg.

  43. Vr. 295.

  44. Rapport, bl. LXXXIX en CIV no 105.

  45. Vr. 473.

  46. Rapport, t. a. p. no. 106.

  47. T. a. p., bl. XCI. Waarom echter alleenfabriek-inspecteurs, waar toch ook dewerkplaatsen tot hun ressort behooren? Een vermakelijken indruk maakt het, in het verslag het volgende te lezen: “Ook zou bet een niet ongepaste ouderscheiding voor hen zijn, indien — evenals hij het schooltoezicht — hun titel luidde “Her Majesty's inspectors of factories”. Waar zooveel ambtenaren, aan de gewone plaatselijke overheid ondergeschikt, inspecteurs heeten, zou voor die tot handhaving der arbeidwetten het eervolle voorvoegsel “IIer Majesty's” niet misplaatst zyn”!

  48. T. a. p., bl. XCII en CIV no. 109.

  49. Vr. 7524.

  50. Vr. 8261–64.

  51. Vr. 7519.

  52. Vr. 9464–68 en 9474.

  53. Rapport, bl. XCV vlg. en CIV no. 110.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Kerdijk, A. De Engelsche wetgeving op den Kinder- en Vrouwenarbeid in fabrieken en werkplaatsen. De Economist 27, 284–301 (1878). https://doi.org/10.1007/BF02201422

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02201422

Navigation