This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literatur
J. Schumpeter, Epochen der Degmen- und Methodengeschichte. Grundriss der Sozialökonomik I. Abt. I. Teil, blz. 29, 2e druk, Tübingen, 1924.
lets anders is, dat bepaalde mensen zich bezig houden met het verzamelen van de resultaten der afzonderlijke wetenschappen met betrekking tot het verkeerswezen. Dit vereist een groot synthetisch vermogen en wel degelijk wetenschappelijke scholing. Dr. J. J. Hanrath spreekt hier van economische beschrijving van het verkeerswezen, waarschijnlijk omdat het economische voor zijn doel het belangrijkste is, Prof. Napp Zinn over ver-keers-wetenschap. Het laatste lijkt in het licht van het bovenstaande onjuist. Dr. Hanrath stelt dan ook voor, de term te vervangen voor „verkeers-leer”. Uit de uiteenzettingen van Prof. Napp Zinn blijkt echter, dat hij eigenlijk verkeerseconomie bedoelt, uiteraard gebaseerd op de kennis van technische, geografische en andere feiten. Het werk van Napp Zinn wijst ook in deze richting; alleen de door hem gekozen naam en definitie van het vak lijken minder gelukkig. Zie Prof. Dr. A. F. Napp Zinn, „Verkeerswetenschap”, Spoor- en Tramwegen 17/31 Maart 1936. Dr. J. J. Hanrath „De Nederlandsche Beurtvaart”, Openbare, les, overdruk uit het Tijdschrift voor Economische Geografie 11/15 November 1938 blz. 33 e.v. en de daarop gevolgde discussie tussen beide schrijvers in de Ingenieur, 54e Jaargang 1939, Nr. 7 blz. A. 75 en Nr. 9 blz. A. 95.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Kuin, P. Plaats en taak der Verkeerseconomie. De Economist 94, 81–95 (1946). https://doi.org/10.1007/BF02200624
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02200624