This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Literatur
Zie o. a. in Dr. A Petermann's Mittheiluugen, Band 23, 1877, II, blz. 45 en volgende, het opstel van G. Rohlfs, getiteld „Eine Eisenbahn nach Central- Afrika.
Over het bezigen van zonnewarmte als beweegkracht, zieTijdschrift der Nederl. Maatsch. ter bevordering van nijverheid, 74e reeks, Deel IV, 1880, blz. 128.
In de vergadering der Fransche „Société d'économie polituqe” van 5 November 1879 (zieJournal des Économistes, November 1879, blz. 301 en volgende) voerde de heer de Molinari het woord over de „unions donanières”. Hij gaf toen verslag van eene vergadering, door hem bijgewoond, te Lucern, den 12 October 1879, waar een tolverbond tusschen Zwitserland en Frankrijk besproken werd; hij deelde verder mede, dat hij zich van Zwitserland naar Nederland en België begaf. Melding makende van de geopperde plannen van een tolverbond tusschen Nederland en België, kwamen zijne mededeelingen, volgens het résumé, op het volgende neer: „Le ministre des finances actuel en Hollande, mr. vissering,„est un économiste des plus distingu és, ancien professeur à l'université de Leyde, „Mr. de Molinari a pu constater chez lui les dispositions les plus sympathiques „à un rapprochement commercial des deux pays, et, à son passage à Bruxelles, „après sa visite à la Haye, il a été charmé de rencontrer des dispositions favo- „rables chez Mr. Frère-Orban, ministre des affaires étrangères et libre-échangiste „d'ancienne date.”
Het zijn de opstellen „Een tolverbond tusschen Nederland en België” van Mr. G. J. Rive,Vragen des tijds, juli–Augustus 1877 en „Een tolverbond met België”? van Mr. A. Beaujon,Economist Augustus–September 1877. De Kamer verwijst ook naar de adressen, in 1875 nit Noord-Brabant en Limburg ingezonden.
Zie, behalve de geciteerde artikelen, de beschouwingen der redactie van de Economist, over tolverhonden in het algemeen, aflevering Febrari 1879, blz. 234 e. v.
In een, door hem ingezonden stuk, opgeuomen in deNieuwe Rotterdamsche Courant van 25 October 1879, is zijne rede in haar geheel te vinden.
Men kan mijn antwoord vinden in deNieuwe Botterdamsche Conrant van 2 November 1879; mijn eerste ingezouden stuk, atrekkende tot rectificatie eener Belgische correspondentie, is opgenomen in het nr. van 6 October 1879.
In de vergadering derVereeniging voor de Krijgswetenschap, van 28 Januari 1880, zeide de heer Robidé van der Aa omtrent dit puut het volgende: „Ik voor mij acht een soortgelijk tolverbond, nu de scheiding eenmual heeft „plants gehad, eene praktische onmogelijkheid. Toen het Vereenigd Koningrijk „nog bestond, deelde men natuurlijk gezamenlijk de lasten en lusten. Doch, hoe „zon men nu komen tot het sluiten van cen tolverbond tusschen twee bijna gelijke „machten, waarvan de eene, in getalsterkte, toch altijkd grooter is dan de andere? „Geeft men aan elken Staat gelijke rechten, dan spat zulk een verbond bij een „ernstig verschil terstond uiteen. Richt men daarentegen een tolparlement op, „waarin beide landen, naar de verhouding hunner bevolking, vertegenwoordigd „worden, dan delven de nederlandsche handelsbelangen voortdurend het onderspit „voor die der Belgische industrieelen, versterkt met de stemmen der noord-„nederlandsche fabrikanten. Naar nijne meening zou een tolverbond in de praktijk „slechts tot vele onaangenaamheden aanleiding geven, on zou het weldra een dood-„geboren vrucht blijken.” Zie verslag, uitgegeven bij C. van Doorn en Zoon te 's Gravenhage, blz. 259 en 260. In deInd épendance belge van 27 Januari 1880 komt het verslag voor van de discussie, gehouden in de Belgische „Société d'écoumie politique” over een tolverbond tusschen Nederland en België.
Zie inde Gids van Decomber 1879 het opstel, getiteld „de Prnissische spoorweg-politiek”, blz. 496 en 497.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Sassen, A. Het jongste Internationaal Congres voor Handelsaardrijkskunde. De Economist 29, 881–912 (1880). https://doi.org/10.1007/BF02199332
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02199332