Skip to main content
Log in

Quousque Tandem?

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literatur

  1. De vergunning, die deze wet in haar slotartikel geeft om haar te noemen met „den titel van „Mijnwet 1903“, met aanhaling van het nummer van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst“, geeft meer last dan lust, naardien zij later dan aanvankelijk werd vermoed tot stand is gekomen, nl. in 1904, en „Mijnwet 1903 S. 73“ dus een onjuistheid ware.

  2. Terloops kan hier, wat dit Mijnreglement 1906, vastgesteld bij K. B. van 22 Sept. 1906 S. 248, betreft, de aandacht worden gevestigd op zijn art. 8: „het niet naleven van een voorschrift, krachtens dit reglement voor eene mijn gegeven, staat gelijk met overtreding van die bepaling.“ Is dit artikel rechtsgeldig? Art. 11 van de Mijn-wet 1903 bedreigt straf tegen „overtreding van een krachtens het bepaalde in artikel 9 gegeven voorschrift“ en dit artikel gelast het geven van „voorschriften“ niet krachtens, maar „bij algemeenen maatregel van bestuur.“ De vraag is dus, of wel strafbaar is hij, die overtreedt niet een artikel van het Mijnreglement 1906 zelf, maar een voorschrift ter uitvoering van dit reglement, bv. door den hoofdingenieur der mijnen, gegeven. Bij de, volgens het laatste lid van art. 9 der Mijnwet 1903 thans aanstaande, herziening van dit artikel zal men een redactie, welke die bezwaren ondervangt, kunnen ontleenen aan art. 19 der Veiligheidswet.

  3. Si l'exploitation est restreinte ou suspendue de manière à inquiéter la sûreté publique ou les besoins des consommateurs, les préfets (dat zijn hier te lande volgens het K. B. van 18 Sept. 1818 S. 35 de Gedeputeerde Staten), après avoir entendu les propriétaires, en rendront compte au ministre de l''intérieur pour y être pourvu ainsi qu'il appartiendra. Art. 3 van het hier genoemde K. B. van 1818, waarin „de functiën van de ingenieurs der Mijnen worden opgedragen aan de ingenieurs van den Waterstaat en der Publieke werken en aan de kommissarissen voor de mijnen ....” is sinds lang een onjnistheid en had bij de invoering van het Mijnreglement 1906, door welks artikel 255 het feitelijk wordt te niet gedaan, moeten zijn ingetrokken. Volgens berichten in de bladen is een herziening van het Mijnreglement in de maak; gevoegelijk zal daarbij de intrekking kunnen plaats vinden.

  4. Geciteerd bij Féraud-Girand, Code des mines et mineurs, I, bl. 9 (Paris, 1887).

  5. Ik ontleen haar aan de bron voor de geschiedenis der wet van 1810: Législation sur les mines et sur les expropriations pour cause d'utilité publique, ou lois des 21 avril et 8 mars 1810, expliquées par les discussions du Conseil d'Etat, les exposés de motifs, rapports, discours, et généralement par tous les travaux préparatoires dont elles sont le résultat; et complétées par les actes de l'autorité publique qui les concernent; par M. le baron Locré (Paris, Treuttel et Würtz 1828).

  6. Législation française sur les mines .... Paris, 1838, bl. 84, noot.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

van Blom, D. Quousque Tandem?. De Economist 60, 439–472 (1911). https://doi.org/10.1007/BF02199065

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02199065

Navigation