Skip to main content
Log in

De Engelsche bank restriction van 1797

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Vgl. Ricardo'sPrinciples of Political Economy, Hoofdstuk VII.

  2. Men heeft het vaak doen voorkomen, alsof deHigh Price of Bullion een slechts weinig gewijzigde herdruk is van een reeks opstellen van Ricardo's hand, die op 29 Augustus, 20 September en 23 November 1809 in het dagbladThe Morning Chronicle verschenen zijn. Deze voorstelling van zaken is niet juist. De brochure is van veel wijder strekking dan de opstellen en mag geenszins als een herdruk daarvan worden beschouwd. Ook vormen de opstellen geen reeks die van den aanvang af als é én geheel was ontworpen. Ricardo had aanvankelijk niet het plan meer dan één artikel in denChronicle te schrijven. De opstellen van 20 September en 23 November bevatten zijn anrwoord op de critiek, die het artikel van 29 Augustus had uitgelokt. De onjuiste voorstelling van zaken is afkomstig van Ricardo's biograaf McCulloch. Vgl. diens levensbeschrijving van Ricardo in zijn editie van Ricardo'sWorks, biz. XVIII; zie ook McCulloch'sLiterature of Political Economy (London 1845), bldz. 172. Blijkbaar heeft McCulloch de opstellen in denChronicle nooit onder oogen gehad; anders valt althans moeilijk in te zien hoe hij kon schrijven, dat het eerste van 6 September 1809 dagteekent. Op de onjuistheden is, voorzoover mij bekend, het eerst gewezen door Professor Hollander in den door hem uitgegeven herdruk van de drie opstellen, die in 1903 te Baltimore het licht heeft gezien in de serieReprints of Economic Tracts. Uit wetenschappelijk oogpunt zijn de opstellen overigens niet van bijzonder belang en ik laat ze dan ook in den tekst buiten beschouwing. Ricardo bepaalt er zich hier toe in zeer algemeene termen te betoogen, dat de stijging van den markprijs van het goud en de daling der wisselkoersen op gelddepreciatie wijzen. Hij knoopt daaraan een korte waarschuwing vast tegen de „disastrous consequences” die een eventueele verdere voortgang der depreciatie zal medebrengen en concludeert dat het eenige middel om den normalen toestand te herstellen, gelegen is in het inkrimpen der biljettencirculatie. Dit alles kon, op de wijze waarop Ricardo het hier voordraagt, evengoed door King zijn geschreven. Datgene, wat op deHigh Price of Bullion zijn eigenaardigen stempel drukt, treft men in de opstellen nog niet aan.

  3. High Price of Bullion, bldz. 6 en 7. Waar niet het tegendeel is vermeld citeer ik de eerste editie, London 1810.

  4. Vgl. Hume's reeds eerder aangehaalde essayOf the Balance of Trade; zie onder de Physiocraten voornamelijk Quesnay,Du Commerce, in Oncken'sOeuvres de Quesnay, blz. 483; Mercier de la Rivière,L'ordre naturel et essentiel des sociétés politiques (ed. Daire in deel in van deCollection des principaux économistes), bldz. 583 en 576; en Le Trosne,De l'intérêt social (ed. Daire, als boven), bldz. 918.

  5. High Price of Bullion, bldz. 23.

  6. T. a. p., bldz. 36.

  7. T. a. p., bldz. 27; vgl. ook bldz. 32.

  8. T. a. p., bldz. 31 en 32; zie ook bldz. 18.

  9. T. a. p., bldz. 10 en 11; vgl. ook bldz. 20 en 21.

  10. Het aanhangsel is naar men weet, geschreven naar aanleiding van een korte critiek, die Malthus in de Edinburgh Review van Februari 1811 op deHigh Price of Bullion had uitgeoefend.

  11. Zie de vierde editie van deHigh Price of Bullion in Ricardo'sWorks, ed. McCulloch, bldz. 293.

  12. Vgl. over Ricardo's leer betreffende de metaalbewegingen de twee opstellen van Pierson,Eene Theorie van Ricardo (Economist van 1879; Verspreide Geschriften, Dl. IV, bldz. 68 e.v.) enForeign Exchanges (eerst na den dood van den schrijver gepubliceerd; Verspreide Geschriften, Dl. IV, bldz. 114 e.v.), zoomede Pierson'sLeerboek (3e druk, 1912), deel I, bladz. 608 e.v. In het eerstgenoemde artikel wordt de meening verdedigd, dat Ricardo's theorie alleen voor duurzame, niet ook voor tijdelijke metaalbewegingen opgaat. Pierson is later van opvatting veranderd. In het opstelForeign Exchanges verklaart hij het, ook wat de tijdelijke metaalbewe

  13. HetBullion Report is opgesteld door den voorzitter van het Bullion Committee, Francis Horner, met Thornton en Huskisson. Elk hunner schreef een gedeelte. Vgl. Horner'sMemoirs and Correspondence (London 1843), Dl. II, bldz. 47.

  14. Bullion Report, ed. Johnson and Co. (London 1810), bldz. 11.

  15. T. a. p., bldz. 17.

  16. Als een merkwaardige bijzonderheid moge worden vermeld dat deze deskundige de eenige is, wiens naam door het Bullion Committee niet genoemd wordt. Het rapport spreekt van hem als van„a very eminent Continental Merchant” (bldz. 19), „intimately acquainted with the trade between this Country and the Continent” (bldz. 26). In de Minutes of Evidence wordt hij vermeld als „Mr. —, (a Continental Merchant)”. Het schijnt dat deze geheimzinnige onbekende niemand minder is geweest dan de beroemde N. M. Rothschild. Vgl.The Paper Pound, blz. XLII.

  17. Bullion Report, bldz. 25.

  18. T. a. p., bldz. 27.

  19. T. a. p, bldz. 22 en 23.

  20. J. Harris,Essay upon Money and Coins (London 1757 en 1758), Dl. I, bldz. 115–117. Men vindt het hier bedoelde betoog van Harris ook terug bij Adam Smith. ZieWealth of Nations (ed. Cannan), Dl. I, bldz. 441. Smith gebruikt ook de termen „real exchange” en „computed exchange”.

  21. Vgl. F. Bendixen,Das Wesen des Geldes (2 Aufl., München und Leipzig 1918), bldz. 24 e.v.; zie ookGeld und Kapital (2 Aufl., Jena 1920), bldz. 54 e.v., en enkele andere geschriften van dezen auteur.

  22. Bullion Report, bldz. 56 en 57.

  23. T. a. p., bldz. 47 en 48.

  24. Minutes of Evidence, behoorende bij hetBullion Report, bldz. (126).

  25. Bullion Report, bldz. 49 en 50.

  26. T. a. p., bldz. 63.

  27. T. a. p., bldz. 64,

  28. T. a. p., bldz. 67.

  29. T. a. p., bldz. 71.

  30. T. a. p., bldz. 73.

  31. T. a. p., bldz. 74.

  32. T. a. p., bldz. 58.

  33. T. a. p., bldz. 73.

  34. Bosanquet, t. a. p., bldz. 23. Elders heet het dat „the theory may... be correct, and its application erroncous”. (bldz. 27).

  35. T. a. p., bldz. 16 e.v.

  36. Ricardo,Reply to Mr. Bosanquet inWorks (ed. McCulloch), bldz. 312.

  37. Ricardo wijst in dit verband op het voorbeeld van Spanje, dat het goud hetwelk het jaarlijks uit Zuid Amerika invoert, weder uitvoert naar de verschillende Europeesche landen (t. a. p., bldz. 313).

  38. Blake, t. a. p., bldz. 7.

  39. T. a. p., bldz. 7 en 8.

  40. Blake, t. a. p., bldz. 22.

  41. T. a. p., bldz. 45 en 46.

  42. T. a. p., bldz. 46.

  43. T. a. p., bldz. 48.

  44. T. a. p., bldz. 51.

  45. T. a. p., bldz. 56.

  46. Men doet het veelal voorkomen alsof de mercantilistische schrijvers geen rekening zouden hebben gehouden met de zoogenaamde onzichtbare invoeren en uitvoeren en alsof het een der voornaamste verdiensten van Goschen zou zijn geweest, dat hij dit wèl deed. Tegenover de theorie der lans hebben gesteld. Door de zaak aldus voor te stellen doet men de mercantilisten onrecht aan en overschat men de beteekenis van Goschen. Principieel bracht Goschen op dit stuk niets nieuws. De ouderen onder de mercantilisten kenden weliswaar de termenbalance of payments enbalance of indebtedness niet, maar zij gebruikten den termbalance of trade in een veel ruimeren zin, dan men er later, ter onderscheiding van die twee andere uitdrukkingen, aan is gaan toekennen. Men behoeft slechts het twintigste hoofdstuk vanEngland's Treasure by Forraign Trade te lezen om aanstonds te zien dat Mun bij de berekening der handelsbalans, zooalshij haar verstaat, wel degelijk met vorderingen en schulden die uit internationale leeningen, uit vervoerdiensten, uit assurantie, uit koopmansdiensten, uit het internationale reizigersverkeer e.d., kunnen voortvloeien, rekening hield. De latere mercantilisten zijn hem hierin getrouw nagevolgd. Men vergelijke bijvoorbeeld — om slechts enkele geschriften te noemen — Charles King,The British Merchant (1721), Dl. III, bldz. 108 en James Steuart,An Inquiry into the Principles of Political Oeconomy (1767), Dl. II, bldz. 162. Steuart gebruikt reeds den termbalance of payments.

  47. Het behoeft wel geen betoog dat de verhouding van de hoeveelheden edel metaal die door de geldeenheden van twee landen worden vertegenwoordigd, alleen dàn iets leert ten aanzien van de waardeverhouding tusschen het geld dier landen, wanneer in beide een vast verband tusschen geld en edel metaal bestaat. Dat het bijvoorbeeld vó ór den wereldoorlog geoorloofd was te zeggen dat de wisselpariteit tusschen Amsterdam en Londen f 12.10 bedroeg, vond zijn grond in het feit dat een bedrag van f 12.10 in Nederlandsch geld en een Engelsche sovereign beide dezelfde waarde hadden als 7. 322 gram fijn goud en dientengevolge onderling niet noemenswaard in waarde konden verschillen.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

de Jong, A.M. De Engelsche bank restriction van 1797. De Economist 72, 223–259 (1923). https://doi.org/10.1007/BF02198559

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02198559

Navigation