This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
References
Baring t. a. p., bldz. 68 en 69.
T. a. p., bldz. 72 en 73.
T. a. p., bldz. 79. Vgl. ook bldz. 4 en 42.
T. a. p., bldz. 73 en 81.
T. a. p., bldz. 66, 67, 68 en 81.
Kort nadat deObservations verschenen, werd de Restriction Act zonder meer opnieuw verlengd (22 Juni 1797). Het feit gaf Sir Francis aanleiding om in een tweede brochure, getiteldFurther Observations on the Establishment of the Bank of England and on the Paper Circulation of the Country, nog met een enkel woord op de zaak terug te komen. Daar deze tweede brochure, eveneens in 1797 verschenen, en slechts 16 bladzijden groot, geen enkel nieuw gezichtspunt opent, laat ik haar in den tekst buiten beschouwing.
DeLetter is geschreven in November 1800. Ik citeer de tweede editie (London 1801).
Boyd, t. a. p., bldz. 7.
T. a. p., bldz. 14 en 15; zie ook bldz. 52.
T. a. p., bldz. 24.
T. a. p., bldz. 25.
T. a. p., bldz. 27.
T. a. p., bldz. 31.
Baring,Observations on the Publication of Walter Boyd, bldz. 6.
T. a. p., bldz. 9.
T. a. p., bldz. 10.
Boyd zelf wijst reeds op dit punt in de voorrede van den tweeden druk van zijnLetter to Pitt, waarin hij Baring van repliek dient. Vgl. bldz. XXIV e.v.
Baring, t. a p., bldz. 21 en 22.
Baring maakt verder nog eenige opmerkingen van minder belang. Zoo lijkt het hem blijkbaar een zeer sterk staaltje van een onjuiste voorstelling van zaken, dat Boyd de koersstijging der effecten aan de depreciatie van het geld toeschrijft; een punt wat Baring overigens niet verder toelicht (bldz. 24). Voorts houdt hij een uitvoerige beschouwing ten betooge dat de ongunstige stand der wisselkoersen niet de oorzaak kan geweest zijn van de stijging der goederenprijzen (bldz. 18 e.v.); — iets wat Boyd nimmer beweerd heeft. Vgl. in dit verband ook Boyd's zooeven genoemde voorrede, bldz. XXX en XXXI.
Thornton, t. a. p., bldz. V.
T. a. p.
Vgl. bijv. de in 1581, door W. S. (William Stafford) gepubliceerdeExamination of Complaints, vermoedelijk omstreeks 1550 geschreven door John Hales en laatstelijk op diens naam en onder den titelA Discourse of the Commonweal of this Realm of England, herdrukt door Cambridge University Press in 1893.
John Locke,Considerations of the Consequences of the Lowering of Interest and Raising the Value of Money, le ed. 1692.
David Hume,Essays Moral, Political and Literary, le ed. 1742; zie met name de essaysOf Money enOf the Balance of Trade.
Thornton, t. a. p., bldz. 193.
T. a. p., bldz. 194.
T. a. p., bldz. 267.
T.a.p., bldz. 196; vgl. ook bldz. 252 e.v., bldz. 259 en bldz. 265.
Geheel onbekend was, vóór Thornton, het begrip omloopssnelheid niet. Reeds Locke spreekt, in zijn eerder geciteerdeConsiderations, van de „quickness of circulation”, zonder echter verder op de zaak in te gaan. Bekend is ook de uitspraak in Berkeley's befaamde werkjeThe Querist (1735–1737), dat „a sixpence twice paid is as good a shilling once paid.” (le ed. Part III, qu. 184).
Thornton, t. a. p., bldz. 46; zie ook bldz. 253.
T. a. p., bldz. 49 en 50.
T. a. p., bldz. 238.
T. a. p., bldz. 199.
T. a. p., bldz. 122; zie ook bldz. 275.
Voor een goed deel; niet geheel. Thornton houdt ook rekening met betalingsverplichtingen uit anderen hoofde dan uit den goederenhandel. T. a. p., bldz. 119–121.
T. a. p., bldz. 200 en 201.
Thornton drukt zich aldus uit: „The fall in our exchange... implies... a high valuation of his (sc. the foreigner's) circulating medium, and a low valuation of our's; a low valuation, that is to say, both of our paper and of the coin which is interchanged with it.” T. a. p., bldz. 202.
T. a. p., bldz. 202 en 203. Vgl. ook bldz. 127–129, waar men hetzelfde betoog, in minder duidelijken vorm, terugvindt, zoomede bldz. 242 en 243.
T. a. p., bldz. 255; vgl. ook bldz. 70.
T. a. p., bldz. 71.
T. a. p., bldz. 70.
T. a. p., bldz. 95.
T. a. p., bldz. 96 e.v.
1799 en 1800.
T. a. p., bldz. 301; vgl. ook bldz. 240 en 312.
T. a. p., bldz. 243. Zie ook bldz. 120 en 139.
T. a. p., bldz. 242 en 243.
King, t. a. p., bldz. 25.
T. a. p., bldz. 78 en 81.
T. a. p., bldz. 27. Men merkt op dat deze redeneering slechts opgaat onder voorwaarde dat het gebruik van goud en zilver voor muntdoeleinden in het algemeen gesproken gelijk blijft en dat aan het internationale verkeer der edele metalen geen ernstige belemmeringen worden in den weg gelegd. In den tijd waarin King schreef, waren deze beide voorwaarden vervuld. Dat hij ze niet vermeldt mag men hem dan ook niet al te zwaar aanrekenen. Dat bij het niet vervuld zijn van de bedoelde voorwaarden de waarde der edele metalen ook op korten termijn belangrijk veranderen kan, heeft de moderne tijd afdoende bewezen.
T. a. p., bldz. 29.
T. a. p., bldz. 31.
Dat de bewegingen der wisselkoersen in normale omstandigheden aan de grenzen der zoogenaamde goudpunten gebonden zijn, was, in de dagen waarin King schreef, nog geenszins algemeen bekend. Wij hebben zooeven gezien, dat zelfs een schrijver als Thornton hiervan geen heldere voorstelling had. Toch was King niet de eerste die op dit punt de aandacht vestigde. Reeds in William Petty'sTreatise of Taxes (1662) vindt men er op gewezen dat de wisselkoers in normale omstandigheden niet hooger kan stijgen dan bepaald wordt door „the labour of carrying the money in specie” (Petty,Writings, ed. Hull, Dl. I. bldz. 48); Joseph Harris had, omstreeks het midden der achttiende eeuw, in zijnEssay upon Money and Coins, (London 1757 en 1758) hetzelfde veel uitvoeriger betoogd.
T. a. p., bldz. 28.
T. a. p., bldz. 47 e.v.
T. a. p., bldz. 38.
T. a. p., bldz. 43 en 44.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
de Jong, A.M. De Engelsche bank restriction van 1797. De Economist 72, 161–185 (1923). https://doi.org/10.1007/BF02198555
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02198555