Samenvatting
De teelt van wikken als groenvoedergewas is sterk teruggelopen door de hoge zaaizaadkosten. Daarom is het belangrijk bij de selectie vooral op die eigenschappen te kweken, die de zaaizaadkosten beïnvloeden, nl.
-
1:
zaadgrootte
-
2:
zaadopbrengst
-
3:
oogstzekerheid bij de zaadteelt.
Hoewel volgens de literatuur een zelfbestuiver zijnde, wordt te Ottersum vrij veel kruisbestuiving bij wikken aangetroffen.
Kleinzadigheid is belangrijk, omdat daarbij een geringere hoeveelheid zaaizaad per ha nodig is. Het 100--korrelgewicht bij het onderzochte wikkenmateriaal blijkt te variëren van 39–103 gram. Naast kleinzadigheid is ook een hoge zaadopbrengst van belang om over goedkoop zaaizaad te kunnen beschikken. Een hoge zaadopbrengst blijkt goed gecombineerd te kunnen worden met kleinzadigheid. De zaadopbrengst hangt af van:
-
1:
het aantal zaden per peul, dat bij Negro 6–7 is en bij Civi 9.
-
2:
de peulzetting, die eveneens van ras tot ras varieert, al naar de fijnheid van het gewas.
0
De oogstzekerheid hangt vooral af van de vroegrijpheid. Negro rijpt te laat om een zekere opbrengst te geven.
Naast deze eigenschappen, betrekking hebbende op het zaad, blijft een hoge groenemassa-opbrengst bij wikken primair. Belangrijk hiervoor zijn: een snell e jeugdgroei en goede vertakking, een stevig, niet legerend gewas, en een goede bladrijkheid. Andere nuttige eigenschappen zijn een goede resistentie tegen vroege vorst en enige droogteresistentie.
Het bleek goed mogelijk een wikkenras te kweden, dat een hoge groene massa-opbrengst paart aan een goede opbrengst aan klein zaad. Het ras Civi werd in de nieuwe rassenlijst opgenomen, terwijl een nieuwere, zeer fijnzadige en witbloeiende selectie, die vroeg bloeit, nl. CIV 27 W in beproeving en vermeerdering werd genomen.
References
28e Beschrijvende Rassenlijst voor Landbouwgewassen 1953.
Author information
Authors and Affiliations
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van den Eynden, G.P.A. Some aspects of the breeding of summer vetch (Vicia sativa). Euphytica 2, 122–126 (1953). https://doi.org/10.1007/BF00038911
Received:
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF00038911