Samenvatting
In dit hoofdstuk wordt de procedure beschreven die mede op grond van wettelijke bepalingen moet worden gevolgd bij het overlijden van een minderjarige. Het overlijden van ieder kind moet door de behandelend arts telefonisch aan de gemeentelijk lijkschouwer/forensisch arts gemeld worden. Als een natuurlijke dood vaststaat, kan de behandelend arts een overlijdensverklaring afgeven. Bij aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood wordt de politie of de officier van justitie ingeschakeld. Bij onverklaard overlijden kan een nader onderzoek naar de doodsoorzaak worden ingesteld. Dit onderzoek omvat een uitwendige lijkschouw door de forensisch arts, een onderzoek door de kinderarts, laboratoriumonderzoek en eventueel radiologisch onderzoek. Voor een klinische sectie is toestemming van de ouders noodzakelijk.
Literatuur
Thayyil S, Sebire NJ, Chitty LS, et al. Post-mortem MRI versus conventional autopsy in fetuses and children: a prospective validation study. Lancet 2013;382(9888):223-33.
Ceelen M, Dorn T, Naujocks T, Das C. Dood minderjarige vaak niet gemeld. Med Contact 2013;7:370-3.
Hendriks A, Santen van H. NODO-sectie: ouders hebben het laatste woord. Med Contact 2013;68:730-33.
Kuyvenhoven MM, et al. Overlijdensgevallen onder 0-18-jarigen door vermoede mishandeling: naar schatting 40 gevallen in 1996 gebaseerd op een enquête onder huisartsen en kinderartsen.
Vogelvang BO, Janssen L. (Adviesbureau van Montfoort). Rapport in opdracht van het Ministerie van Justitie en het Ministerie van VWS. Richtlijnen na het overlijden van Minderjarigen. 2000 (www.forgen.nl/Documenten/106.pdf).
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
kinderarts VUmc Amsterdam
forensisch arts GGD Amsterdam
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Edelenbos, E., Das, K. Overleden kinderen: stand van zaken rond meldingsplicht en NODO1-procedure. Bijblijven 30, 41–48 (2014). https://doi.org/10.1007/s12414-014-0018-5
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-014-0018-5