Samenvatting
Huisartsen kunnen in verschillende situaties in aanraking komen met forensisch artsen en politie/justitie. In het kader van de lijkschouw is de relatie tussen behandelend artsen en forensisch artsen in wetgeving verankerd. Die wetgeving verplicht de huisarts om bij (een vermoeden van) niet-natuurlijk overlijden een gemeentelijk lijkschouwer (forensisch arts) in te schakelen. Er is geen wettelijke plicht om daarbij informatie uit te wisselen. In de praktijk wordt dat in beperkte mate gedaan. De forensisch arts werkt voor justitie en mag bij een (vermoeden van) niet-natuurlijk overlijden relevante informatie aan de officier van justitie verstrekken. De officier kan vervolgens een forensisch onderzoek door de politie laten verrichten. De huisarts hoeft geen informatie voor dat onderzoek aan te leveren. Ook jegens de politie heeft de huisarts een beroepsgeheim.
This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.
Noten
Op grond van artikel 7:446 BW. Dit deel van het Burgerlijk Wetboek wordt ook wel de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) genoemd.
Zie daarover ook het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg, 21 december 2004, MC 2005;8:327-9.
Zie hiervoor artikel 11 en 12 Wlb.
Kamerstukken II 2007/08, 30 696, nr. 9, p. 6.
Zie uitgebreid over het vakgebied van de forensisch arts, Forensische geneeskunde ontleed. Naar een volwaardige plaats voor een bijzondere discipline. Gezondheidsraad, april 2013, hoofdstuk 2, p. 27-37, www.gezondheidsraad.nl.
Deze eis is bij Nota van wijziging aan art. 5 Wlb toegevoegd (Kamerstukken II 2007/08, 30 696, nr. 10).
Zie ook Das C, Duijst- Heesters W. Veel lijkschouwers ondeskundig. Lacunes in voorstel tot wijziging Wet op de lijkbezorging. Medisch Contact 2007:154-6.
Politiewet artikel 3.
Zie over doel en achtergronden van de Wlb ook: Meersbergen, DYA van. De Wet op de lijkbezorging. T&C 2013:1209-12.
Art. 88 Wet BIG, art. 7:457 BW (= Wbgo), art. 12 Wbp, art. 272 Sr.
Zie uitgebreid over het beroepsgeheim de KNMG Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens, KNMG 2010, www.knmg.nl
Voor een vergelijkbare situatie zie: Gevers JKM. Het beroepsgeheim van de bedrijfsarts en de verzekeringsarts. TvGR 2013;8:740-9.
KNMG Richtlijnen inzake het omgaan met medische gegevens, KNMG 2010, paragraaf 3.6, Gegevensverstrekking na de dood (www.knmg.nl), p. 27.
Zie hierover bijvoorbeeld KNMG Praktijkdilemma ‘Lijkschouwer inschakelen bij natuurlijke dood minderjarige’ (http://knmg.artsennet.nl/Diensten/artseninfolijn/FAQ-Praktijkdilemmas/Casus-Artseninfolijn/Lijkschouwer-inschakelen-bij-natuurlijke-dood-minderjarige.htm).
Besluit op de lijkbezorging, Stb. 1991, 252, laatst gewijzigd, Stb. 2012, 507.
KNMG Handreiking beroepsgeheim en politie. Utrecht: KNMG, 2012:50 (www.knmg.nl).
Meer informatie voor huisartsen over de NODO-procedure: www.nhg.org/actueel/nieuws/nieuwe-procedure-bij-onverklaard-overlijden-minderjarigen.
Dit is geregeld in art. 10a lid 3 Wlb. Zie aldaar voor nadere informatie over de NODO-procedure.
Kamerstukken II 2005/06, 30 696, nr. 3, p. 15.
Author information
Authors and Affiliations
Additional information
jurist KNMG
Rights and permissions
About this article
Cite this article
van Meersbergen, D. De relatie tussen huisarts, forensisch arts en de politie. Bijblijven 30, 11–15 (2014). https://doi.org/10.1007/s12414-014-0012-y
Published:
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/s12414-014-0012-y