Literature
Bordewijk brengt in zijn Inleiding tot de Economie op blz. 328 de meening tot uiting, dat de gedachte in deze bekende woorden van Ricardo vervat in waarheid reeds 40 jaar vóór hem door Smith gehuldigd werd. Helaas is 40 jaar in de economie niet lang, men denke aan Gossen en de geschiedenis van de subjectieve waardeleer.
Zie: „The value of money“, Hoofdstuk VIII.
Zie mijn artikel in „De Economist“ van 1936: De ontwikkeling van Keynes' economische theorie"en, blz. 719 onderaan tot blz. 722 onderaan.
Zie „The value of money“, Hoofdstuk IX.
T.a.p. blz. 90.
„The value of money“, Hoofdstuk XX.
„The value of money“, Hoofdstuk XXIII.
„The value of money“, blz. 328–329.
„The value of money“, Hoofdstuk XXVI.
Zie mijn bovenstaand artikel in „De Economist“ 1936, blz. 728– 734.
T.a.p. blz. 730, al. 6.
„The value of money“, Hoofdstuk XIX.
„The value of money“, Hoofdstuk XXII en voorts over de solide vordering en haar invloed op de waarde van het geld en in aansluiting hierop de werking van het bankwezen, hoofdstukken XXIV, XXV en XXVI.
T.a.p. Hoofdstnk XX.
Aldus Prof. Mr. A. M. de Jong in zijn hcsprukinv' van „The value of money“ in E.S.B., 1933, blz. 128–129.
Zie o.a. ook von Bőhm in de laatste alinea van het Hoofdstuk van het tweede deel van Kapital und Kapitalzins „Die einzelnen Bestimmgruende des Preises“ (3e uitgave, blz. 410).
T.a.p. Hoofdstuk XVI: de waarde van de voorraden van verbruikers.
T.a.p. Hoofdstuk XV: Omvang en waarde van de voorraden van producenten en hnndelaren.
Rights and permissions
About this article
Cite this article
Greidanus, T. Eenige beschouwingen over de methode in de economie en toepassing hiervan op Dr. H. W. J. Wijnholds' artikel in het Maart/April 1944 nummer. De Economist 93, 296–305 (1944). https://doi.org/10.1007/BF02209697
Issue Date:
DOI: https://doi.org/10.1007/BF02209697