Skip to main content
Log in

Uit de nadagen der Delftsche Brouwnering

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

Literature

  1. Het college der Heeren van de Weth bestond uit schout, burgemeesteren, schepenen, pensionarissen en een der secretarissen, en vergaderde alle Maandagen voor zaken van gering gewicht, die niet voor de Vroedschap werden gebracht. Het behandelde requesten, hoorde partijen, beslechtte twisten en maakte keuren. Verder stelde het den stadssecretaris aan en schouwde brandgevaar, waterdieping, erfscheiding en doode lichamen.

  2. Een stoop = 2,5 L.

  3. Rekenbouck.

  4. Pachters waren allen, die eenige belasting, 't zij een stedelijke of een provinciale in pacht hadden; met den naam impostmeesters werden meer speciaal de pachters van provinciale imposten aangeduid.

  5. Rekenbouck.

  6. Rechterlijke ambtenaren, zooals schout en baljuw.

  7. Zie de ordonnantie op de binnengebrouwen bieren, opnieuw gearresteerd in 1699, Groot Plackaat Boek IV, 838; verder Delftsche accijnsordonnantiën.

  8. Register van net-resolutiën van Heeren van de Weth, 1609–1719, I, fo 17.

  9. Memoriaal van Burgemeesteren, 5, fo 173 vs.

  10. Een pijp was een langwerpig vat, hetwelk iets minder dan 1 1/8 ton inhield.

  11. Een ton bier bevatte 155,2 L., een halfvat de helft, een kinnetje 1/4, en een achtendeel 1/8 daarvan.

  12. Dit schijnt een brouwer te zijn geweest.

  13. Memoriaal van Burgemcesteren, 11, fo 238.

  14. Keurboek IX, fo 184 vs.

  15. Voertuigen op twee hooge wielen en met langen disselboom.

  16. Boven, blz. 151.

  17. Keurboek XI, fo 10 vs.

  18. Onder koren in 't algemeen verstond men alle vruchten, die uit de aren werden gedorscht, dus ook erwten, wikke enz; hard koren heette het graan.

  19. G. P. B., III, 880.

  20. Een last = 3003,91 L.

  21. Zie beneden.

  22. In Delft was een zak tarwe gelijk aan 1/2.9 last.

  23. Keurboek X, fo 118 vlgg.

  24. Droogoven tot het roosteren van graankorrels in de mouterij.

  25. G. P. B., IV, 764.

  26. Art. V der ordonnantie van den impost op kolen, gearresteerd in 1699. G. P. B. IV, 764.

  27. G. P. B., VII, 1285.

  28. Admodiatie was een stelsel van verpachting, waarbij de pachter de voordeelen met den verpachter deelde, zoodat de pachtsom veel geringer kon zijn.

  29. Een last = 24 smaltonnen; een smalton = 3/4 bierton. In smal- of haringtonnen werden de scheepsbieren gevaat; waren ze leeg, dan werden de tonnen tot het bergen van de gevangen haring en andere visch gebezigd. Terwijl het overigens in Holland verboden was om bieren te brouwen van minder dan 1 gulden, 30 stuivers, 2 gulden enz. per ton, mochten scheepsbieren worden bereid tegen elken prijs, waarvoor zij door de schippers bij de brouwers zouden worden aanbesteed, mits maar de scheepsimpost — een lagere dan de gewone — werd betaald.

  30. Onder biertonnen wordt hier het eigenlijke biervaatwerk verstaan: vaten, halfvaten, kinnetjes en achtendeeltjes, dus niet de smal- of haringtonnen.

  31. Keurboek X, fo 223 vs.

  32. Ibidem, Keurboek X, fo 224 vs.

  33. Handelaars in bier.

  34. Keurboek IX, fo 179 vs.

  35. Keurboek X, fo 49 vs.

  36. Niet meer in het Resolutieboek opgenomen.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Timmer, E.M.A. Uit de nadagen der Delftsche Brouwnering. De Economist 65, 740–773 (1916). https://doi.org/10.1007/BF02205004

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02205004

Navigation