Skip to main content
Log in

De Japanse katoenindustrie

  • Published:
De Economist Aims and scope Submit manuscript

This is a preview of subscription content, log in via an institution to check access.

Access this article

Price excludes VAT (USA)
Tax calculation will be finalised during checkout.

Instant access to the full article PDF.

References

  1. Mede uit Manchester Guardian, 23-2-50. Japan's exportcijfer over 1949 is nog onofficieel en zal slechts 25 tot 30 % van het topjaar 1937 bedragen. Hierbij moet worden opgemerkt, dat Engeland na de oorlog zeker 20 % aan veredeld Japans ruwdoek exporteerde. Overigens is het te hopen, dat de Anglo American Textile Mission to Japan 1950 in haar rapport klaarheid verschaft omtrent de verwarringwekkende variatie in de Japanse exportcijfers in 1947 en 1948 (hetzi) 377 en 422, hetzij 399 en 448 min. sq.yds., hetzij 403 en 471 mln. linear yds.: embarras du choix). (Zie blz. 651, Econ. nr. 10).

  2. Voor details wordt verwezen naar het volledige reisrapport: The Japanese Cotton-industry, Leiden, 1950.

  3. Export Guild Law en Manufacture Guild Law, 1925; Staple Export Goods Control Regulation, 1928.

  4. De practijk van het toenemen der spindle-aantallen is ver achter-gebleven bij de theoretische productie-planningen der Japanse textielmachine-fabrieken. Volgens de laatste berichten (Report Anglo-American Cotton Textile Industry Mission to Japan, May 1950) zou Japan 400.000 nieuwe spillen per jaar kunnen maken; in 1946 heette de capaciteit der textiel-machinefabrieken nog 786.000 spillen te zijnll

  5. Census of Manufacturers, Miti.

  6. Industrial Wage Survey, 1936.

  7. Postwar features of the Japanese cotton textile industry 1949.

  8. Toentertijd was 1/3de van de arbeiders jonger dan 16 jaar.

  9. Survey of wages of individual workers, Oct. 1948. Division of Labor Statistics and Research, Ministry of Labor.

  10. Zie bijlage 11 nos. 3 en 4 van het reisrapport.

  11. Ter Veen, Japan.

  12. Ter Veen, Japan.

  13. Gem. ca. Y. 4000,— per maand voor meisjes of rond 200 x het voor-oorlogse loon; kosten van levensonderhoud stegen echter meer: retail price index Bank of Japan (Febr. '49) 243%; cost, of living index als berekend door T. Kikawa (Are Japan's textile wages low, Or. Econ. 22-10-1949) zelfs op 294 %.

  14. Ter Veen, Japan.

  15. In 1946 raamde de Textile Mission to Japan een capaciteit van de vier voornaamste textielmachine leveranciers in 1949: 786.000 spillen en 16.800 getouwen. In 1950 berichtte de Anglo-American Cotton Textile Industry Mission to Japan, dat er hoogstens 400.000 complete nieuwe spillen per jaar vervaardigd kunnen worden. (Report published by the Cotton Board, Manchester. 1950).

  16. Zie het zojuist verschenen rapport (Maart 1950) van het Cotton Spinning Productivity Team.

  17. Deze regels werden medio 1950 geschreven.

Download references

Authors

Rights and permissions

Reprints and permissions

About this article

Cite this article

Kroese, W.F. De Japanse katoenindustrie. De Economist 98, 728–771 (1950). https://doi.org/10.1007/BF02199996

Download citation

  • Issue Date:

  • DOI: https://doi.org/10.1007/BF02199996

Navigation